NH Media: “Groente uit de buurt op je bord: makkelijker gezegd dan gedaan”

Ons voedsel reist gemiddeld dertigduizend kilometer voor het op ons bord belandt. Door ons eten uit de buurt te halen helpen we niet alleen het klimaat, maar zorgen we er ook voor dat boeren en burgers weer dichter bij elkaar komen te staan. Dat lijkt makkelijk, maar het is toch ingewikkeld om dit op grote schaal voor elkaar te krijgen.

Het voedsel dat we eten moet vaak door veel landen heen voordat het de schappen van de supermarkt bereikt. Om onze klimaatdoelen te halen, namelijk het ruimschoots halveren van onze CO2-uitstoot in 2030, moeten we voedsel vaker uit de omgeving gaan halen.

Er zijn veel partijen betrokken bij het produceren en distribueren van ons eten en drinken. Al deze partijen, zoals verwerkers, inpakkers en distribueerders, willen winst maken. Hierdoor wordt het voedsel duurder. De klant voelt dit in zijn portemonnee en de boeren houden vaak maar een klein beetje van dit bedrag over. Daar moet dus iets veranderen, maar hoe? Het antwoord lijkt het opschalen van regionale korte voedselketens.

Wat is de korte voedselketen?

Volgens de EU-definitie is de korte keten een ‘voedselketen met een beperkt aantal marktdeelnemers die zich inzetten voor samenwerking, lokale economische ontwikkeling en nauw geografische en sociale betrekkingen tussen voedselproducten- verwerkers en consumenten.’ Simpel gezegd komt het eten hierdoor sneller van de boer bij de consument op zijn bord terecht.

Dick Schaap is een ondernemer die zich hiermee bezighoudt. Hij runt een biologische groothandel die in 1965 werd opgericht door zijn vader. In 2005 ging hij er zelf aan de slag.

Grotendeels lokaal en duurzaam

De groothandel levert grotendeels via de korte keten aan horecabedrijven, ziekenhuizen en zorginstellingen. De meeste producten die hij levert komen uit Noord-Holland en worden opgehaald door bussen waarvan de koeling draaiende wordt gehouden door zonne-energie. Eenmaal aangekomen op locatie wordt het groente en fruit vervolgens gewassen, soms gesneden, ingepakt en weer vervoerd naar de klant.

Vergroot

tempImagecAewr0-scaled
Foto: Fleur Snoeij

“Ik heb een logistieke achtergrond en vind het leuk om me bezig te houden met alle processen die hierbij komen kijken. Ik zie het als een soort spel om constant na te denken over hoe we de producten zo efficiënt mogelijk kunnen ophalen en afleveren.”

Dit doet hij bijvoorbeeld door het afleveren van een bestelling te combineren met het ophalen van overgebleven aardappelschillen, die vervolgens weer worden afgeleverd bij een zorgboerderij die ze goed kan gebruiken. Zo worden de ritten die zijn chauffeurs rijden zo goed mogelijk benut.

Vergroot

tempImagela3tV2-scaled
Foto: Fleur Snoeij

“We merken dat het helpt om mensen meer over eten bij te brengen: ze zijn sneller geneigd om bewuster te kiezen.”

Niet alle producten zijn lokaal

Schaap probeert zijn steentje bij te dragen, maar niet alle producten die hij levert zijn lokaal en duurzaam. “Onze klanten hebben ook wensen. Horecabedrijven werken vaak met een menukaart en verwachten dat zij elke dag een bepaald product geleverd kunnen krijgen. Dit betekent dat we dus ook nog steeds producten uit het buitenland moeten halen zoals sinaasappels, avocado’s en mango’s.”

Wel probeert Dick zijn klanten aan te moedigen om vaker met seizoensproducten te werken. Zo ontwierp hij zijn eigen groente- en fruitkalender waar je direct op kunt zien welke producten in welke maand in Nederland verbouwd worden.

Vergroot

Seizoenskalender
Foto: Dick Schaap

“Er is vaak te weinig bewustzijn. Mensen hebben echt geen idee waar eten vandaan komt en denken vaak dat het heel ingewikkeld is om met de seizoenen mee te eten. We merken dat het helpt om mensen meer over eten bij te brengen: ze zijn sneller geneigd om bewuster te kiezen.

Eten via de korte keten is niet altijd beter voor het klimaat

Wat belangrijk is om te weten: eten via de korte keten is niet per definitie beter voor het klimaat. Als een sinaasappel direct bij de boer uit Spanje gehaald wordt, is dat een korte keten. De CO2 die vrijkomt bij het vervoeren van de sinaasappels is alleen niet goed voor het klimaat.

Lokaal voedsel is ook niet altijd beter voor het klimaat. Neem als voorbeeld weer de sinaasappel: deze heeft warmte nodig om te kunnen groeien. In Spanje schijnt vaak de zon, maar in Nederland heb je toch een kas nodig om hem te laten groeien. Soms is het voor het klimaat beter om de sinaasappel dan tóch uit Spanje te halen.

We gaan in dit artikel uit van een duurzame regionale korte voedselketen. Dat is een keten waarbij voedsel zo snel mogelijk bij de consument terechtkomt, én waarbij het voedsel een zo kort mogelijke afstand heeft afgelegd.

Boeren & Buren

Een ander initiatief dat zich bezighoudt met het realiseren van kortere ketens is Boeren & Buren. Dit is een platform waar zogeheten ‘Buurderijen’ bij aangesloten zitten. Klanten kunnen hier hun lokale producten bestellen en afhalen.

De boeren die bij Boeren & Buren aangesloten zitten kunnen hun eigen prijs bepalen en ontvangen direct 77 procent exclusief BTW van het gehele verkoopbedrag. Nog een voordeel is dat het eten op deze manier gemiddeld veertig kilometer aflegt voordat het van de boer bij de klant op zijn bord belandt, een stuk minder dan normaal gesproken het geval is.

Buurderij Hart

Buurderij Hart in Bennenbroek zit ook aangesloten bij het platofrm. Zij houden zich bezig met lokaal voedselzijn ze ook een sociale werkgever. Een groot deel van de mensen die er werken hebben een beperking en kunnen lastig aan de slag bij andere bedrijven, maar krijgen op deze manier toch de kans om zichzelf te ontwikkelen en onderdeel te zijn van de samenleving.

Vergroot

tempImageqHkWfJ-scaled
Foto: Fleur Snoeij

(Links: vrijwilliger … Midden: cliënt Daniël, rechts: initiatiefnemer Rogier Tan)

Klanten die bij Buurderij Hart bestellen, kunnen hun boodschappen elke woensdagmiddag zelf ophalen. Diezelfde ochtend worden alle groentes en fruit eerst door vrijwilliger Peter (links) en cliënt Daniël (midden) opgehaald op de lokale markt en naar de ophaallocatie gebracht. Daar worden alle bestellingen gecontroleerd en klaargezet door een andere vrijwilliger.

Vergroot

tempImagec2aL9n-scaled
Foto: Fleur Snoeij

Één van die vrijwilligers is Paulien. In onderstaand audiofragment vertelt ze of eten via de korte keten eigenlijk wel betaalbaar is voor de gewone klant.

Extra reisbewegingen en duurzaamheid

Zo’n initiatief klinkt leuk, maar je moet dus wel je eigen boodschappen ophalen. Dat doet niet iedereen op de fiets, en dat betekent extra CO2-uitstoot. Kun je het eten dan toch niet beter uit de supermarkt halen?

Initiatiefnemer Rogier Tan denkt van niet: “Deze mensen zouden anders ook allemaal naar de supermarkt of de markt gaan voor hun boodschappen. Het eten komt allemaal uit de omgeving waardoor je al een enorme winst behaalt als je kijkt naar CO2-uitstoot.  Ik denk dat je je boodschappen beter op deze manier kunt doen dan naar de supermarkt gaan.”

“De industrie is goed georganiseerd en gestroomlijnd, waardoor het als kleine ondernemer lastig is om daartussen te komen.”

Moeilijkheden van lokaal eten

Er zijn ondernemers die zich ermee bezighouden, maar het blijft allemaal nog erg lokaal. Dat is dan ook één van de grootste moeilijkheden. Daarom besloten zeven ondernemers en experts om de Taskforce Korte Keten op te richten. Dat vertelt Huibert de Leede, programmamanager van de organisatie.

“De ondernemers merkten dat het lastig was om hun producten zelf naar de consument of supermarkt te brengen, aangezien de industrie ontzettend goed georganiseerd en gestroomlijnd is. Het is voor een kleine ondernemer lastig om daartussen te komen.”

Dat is iets wat ook Carlo Verhart herkent. Hij is programmamanager bij Voedsel Verbindt, een platform dat zich inzet voor het veranderen van het voedselsysteem. “Het landschap is versplinterd en dat maakt het voor boeren en ondernemers lastig om elkaar te vinden, kennis te delen en de juiste stappen te nemen om op te schalen.”

Logistieke problemen

De logistiek is een ander veelvoorkomend probleem, vertelt De Leede. Kleine lokale boeren kunnen vaak maar een bepaalde hoeveelheid produceren. “Relatief gezien kost het veel om deze kleine hoeveelheden voedsel rond te brengen. Dat is niet efficiënt en sommige boeren hebben hier ook niet genoeg mankracht voor.”

Ook Mike Venekamp ziet dit terugkomen in de praktijk. Hij was oprichter en eigenaar van Atlantis Handelshuis, een groothandel die inmiddels failliet is maar zich onder andere bezighield met het in- en verkopen van streekproducten.

“Het is een uitdaging voor boeren om dit allemaal zelf te regelen. Ze hebben hier vaak niet genoeg kennis over en zo lopen ze snel het risico dat een product te duur wordt.”

“Iedereen gaat gebukt onder administratieve taken en regeldruk, waardoor er weinig tijd overblijft voor andere zaken.”

Oplossingen in de vorm van samenwerking

Iedereen die te maken heeft met dit onderwerp zegt dat samenwerking het belangrijkst is als het gaat om het opschalen van de korte voedselketen, zowel op lokaal als regionaal niveau.

Venekamp geeft aan dat er ‘nu te vaak met elkaar geconcurreerd wordt, maar dat er op een socialere manier moet worden samengewerkt zodat iedereen de dingen kan leren die nodig zijn om deze omslag te maken.’

Foodhubs

Voedsel Verbindt heeft net een onderzoek afgerond waarin zij keken naar de logistieke stromen rondom Amsterdam en of het mogelijk is om te werken met food hubs: dat zijn centraal gelegen panden waarvandaan het eten en drinken makkelijk bij mensen kan worden bezorgd.

De conclusie van dit onderzoek is dat er drie food hubs zouden moeten zijn om de gehele regio te kunnen voeden. Hieronder zie je om welke knooppunten dat gaat.

Vergroot

Local-focus-kaart
Kaart is gemaakt met Local Focus

Rol van de consument en supermarkt

Om vaker lokaal te eten, moet ook de consument op een andere manier naar eten gaan kijken. Verhart zegt: “Het is niet realistisch om te verwachten dat alle soorten groenten en fruit het hele jaar door in de supermarkt liggen. We zullen moeten gaan accepteren dat we niet alles het hele jaar door kunnen eten.”

KADER: Ben je benieuwd hoe dit precies zit? In deze podcast gaat Pleun de supermarkt in om te kijken hoe lastig het eigenlijk is om seizoensgebonden te eten en wat de beste keuze is.

Maar, ook de supermarkten hebben een grote verantwoordelijkheid als het aankomt op het versterken van lokale korte ketens. In dit artikel lees je wat supermarkten kunnen doen en waarom er weinig korte keten producten in de supermarkten te vinden zijn.

Genoeg werk aan de winkel, maar ook veel mogelijkheden

Het opschalen van korte voedselketens gaat dus niet vanzelf, maar er zijn ook veel boeren, ondernemers en bedrijven die hard hun best doen om dit voor elkaar te krijgen. En volgens Verhart is dat het belangrijkst: “Het begin neemt veel tijd in beslag, maar als er eenmaal op grote schaal samengewerkt wordt, kan het echt hard gaan.”