Wanda Meeuws

Meisjes krijgen vaak vanaf jonge leeftijd aangeleerd dat ze lief en rustig moeten zijn. Dat is eigenlijk het tegenovergestelde van wat jij bent. Heb je wel eens gemerkt dat mensen je intimiderend of heftig vonden omdat je een luide stem hebt en aanwezig bent?

“Ik geef trainingen aan vluchtelingen en merk daarin dat de deelnemende vrouwen soms moeten wennen aan mij; mijn expressie, luide stem en manier van doen zijn ze niet gewend. Om ze de vloer op te krijgen moet ik regelmatig ook wat moeite doen omdat ik merk dat ze zich schamen of niet goed weten hoe ze zich een houding moeten geven. Aan het giechelen merk ik daarentegen wel dat wat ik doe ze toch wel trekt en dat ze nieuwsgierig zijn. Het heeft alleen wat meer tijd nodig. Ik ben daarnaast trainingsacteur bij de politie en wordt daar zelf soms ‘de bitch’ genoemd omdat ik helemaal in mijn rol kruip. Ik kwam een keer een politieagent tegen die tegenover mij had gestaan tijdens zo’n training, en toen hoorde ik terug dat hij ‘van me wakker had gelegen’. Daar moest ik vreselijk om lachen.

         Vroeger als kind werd me wel eens verteld, meestal door mijn ouders, dat ik te luid en aanwezig was. Een lange tijd heb ik dat vervelend gevonden, en er is zelfs een periode in mijn leven geweest waarin ik heb geprobeerd wat ‘zachter’ te zijn, maar dat ben ik gewoon niet en dat is ook mijn kracht. Inmiddels ben ik daar heel trots op want dat is gewoon wie ik ben. Het is grappig, want nu je deze vraag zo stelt denk ik: ja, dat is inderdaad zo, ik werd vaak bestempeld als te luid. Maar ik heb dat zelf eigenlijk nooit gekoppeld aan het zijn van een meisje. Mijn ouders hebben me dan ook nooit opgevoed met het idee dat ik anders was omdat ik een vrouw ben. Ze hebben me nooit tegengehouden of me vertelt dat ik extra voorzichtig moest zijn, ze hebben me zelfs alleen op reis laten gaan naar de Filipijnen. Ik werd compleet hetzelfde behandeld als mijn broer.”

“Intimiderende dingen heb ik zeker wel eens meegemaakt. Ik woonde in Zimbabwe en ben daar tot twee keer toe opgepakt door agenten van de geheime dienst omdat ik politiek activistisch theater maakte. Ik werd uit huis gehaald door drie grote mannen en meegenomen naar het bureau voor een verhoor. Ondanks dat ik dat heel intimiderend vond zei ik wel tegen ze: “Serieus? Komen jullie echt met drie mannen die Hollandse meisje uit huis halen?” Daar zag ik ze van terugdeinzen, want die reactie hadden ze natuurlijk niet verwacht. In Zimbabwe is daarnaast nog sprake van een traditionele man-vrouw verdeling, dus het komt daar ook minder vaak voor dat een vrouw zich zo uitspreekt.”

"Mijn ouders hebben me dan ook nooit opgevoed met het idee dat ik anders was omdat ik een vrouw ben."

Later in het gesprek herinnert Wanda zich ineens nog iets anders: “Ik heb ook een tijdje in Tunesië gewoond. Daar werd ik wel eens nagefloten of -gekeken; een witte vrouw is daar heel opvallend. Maar in zo’n situatie sta ik daar eigenlijk niet eens bij stil en denk ik bij mezelf ‘ach, ze zullen het wel niet gewend zijn’, en dan loop ik vrolijk verder. Het zegt al iets dat dit voorbeeld niet meteen in mijn hoofd opkwam toen je ernaar vroeg, ik heb het helemaal niet zo bewust geregistreerd. Daarnaast heb ik wat betreft intimidatie vaak het idee dat ik niet knap genoeg ben ofzo,” zegt Wanda lachend. “Het overkomt me eigenlijk niet echt vaak, maar misschien komt dat ook omdat ik in de meeste gevallen one of the guys ben. Ik maak vaak een grapje en misschien vinden mannen dat intimiderend. Als het al gebeurt maak ik vaak gewoon een opmerking terug waar ik zelf dan heel hard om kan lachen. Als een man om mijn nummer vraagt zeg ik: “Geef me anders jouw nummer dan?”, om vervolgens nooit meer terug te bellen. Ik snap volledig dat er vrouwen zijn die dat misschien niet durven te zeggen, dus ik wil het probleem niet bagatelliseren, maar ik persoonlijk heb er weinig last van. Als mannen naar mooie billen kijken denk ik: ik snap het wel, ik kijk ook naar mooie billen haha.”

Wanda heeft daarnaast een zoontje van acht, die ze kreeg samen met haar Zimbabwaanse ex-vriend, en ondanks dat de twee niet meer samenzijn hebben ze nog steeds veel contact. Aangezien Wanda zelf de Nederlandse nationaliteit heeft maakt dat van haar zoontje een ‘dubbelbloed’: “Het woord halfbloed mag natuurlijk niet meer gebruikt worden,” lacht Wanda me toe.

Is ze voor hem bang voor racisme of ongelijkheid? “Ik denk het eigenlijk niet. Hier in Nederland sowieso niet, misschien in Zimbabwe nog wel meer omdat hij daar dan lichter gekleurd is, maar zelfs daar eigenlijk niet. Dat komt denk ik ook door de houding die zijn vader zelf heeft. Als die te maken krijgt met racisme moet hij daar eigenlijk vaak om lachen. Zo wilde hij een keer de vuilniszak weggooien toen een mevrouw naar hem riep: “Dat moet daar hè, die vuilniszak, in de prullenbak”, alsof hij zelf niet wist waar die vuilniszak naartoe moest. Hij zegt dan gewoon lachend: “Oké, dankjewel hè!”, en loopt verder. Dat draagt er denk ik aan bij dat ik er voor mijn zoontje niet echt bij stil sta, omdat zijn vader dat ook niet doet. Hij wil nu wel op balletles, en zou dan de enige zijn met een tutu. Daar maak ik me wel eens druk om. Niet omdat het me iets kan schelen, maar ik wil natuurlijk niet dat hij daarom gepest wordt.

         Ik maak me eigenlijk meer zorgen over intimidatie tegen hem. Ouders schieten in de stress bij het hebben van een dochter omdat het zo onveilig voor haar zou zijn en ze niet alleen over straat kan ‘s nachts omdat ze anders verkracht wordt. Ik heb dat eigenlijk nooit zo goed begrepen omdat het naar mijn idee voor mannen vaak juist onveiliger is. Voor je het weet word je helemaal in elkaar getrimd, het gaat er zo heftig aan toe tegenwoordig.

         Ik woonde vroeger in Rotterdam en ging zonder zorgen ‘s nachts op mijn fiets in mijn eentje naar huis, en heb nooit ergens last van gehad. Tot ik achterop de fiets zat bij mijn broer en we naar huis fietsten. Ineens werd er naar ons geroepen, waarschijnlijk omdat ze dachten dat hij zijn meisje achterop had, en ik voelde me heel onveilig. In mijn eentje gebeurde dat nooit; het is dan ook wel laf om als man zijnde een vrouw in elkaar te slaan op straat. Dat gebeurt bij mannen volgens mij vaker.”

Het gesprek begint langzaam in zijn afrondende fase te komen, maar een antwoord op de vraag waarom feminisme geen grote rol speelt in Wanda’s leven is er eigenlijk nog niet. Ik vraag aan haar of het er misschien iets mee te maken heeft dat haar ouders haar niet hebben opgevoed met het idee dat er een onderscheid was tussen mannen en vrouwen. “Nu je dat zo zegt, dat zou heel goed zo kunnen zijn. Als je vanaf jongs af aan meekrijgt dat je moet oppassen als vrouw neem je dat de rest van je leven mee. Daarnaast koppel je incidenten daardoor misschien sneller aan intimidatie en feminisme. Nogmaals, hiermee wil ik echt het probleem niet ondermijnen of beweren dat vrouwen zich aanstellen, maar doordat mijn hoofd misschien anders geprogrammeerd is leg ik die link niet of ga ik er anders mee om. Ik denk wel dat het in ieder geval goed is om uit te gaan van jezelf. Plaats dingen buiten jezelf en probeer het los te laten. Je hoeft natuurlijk niet alles te accepteren en je mag altijd voor jezelf opkomen, maar ik ben ervan overtuigd dat het in de meeste gevallen iets zegt over de ander en niet over jezelf.”

Om weer terug te gaan naar de hoofdpagina, klik hier.