Verantwoording dataselectie en -vormgeving

De originele informatie is te vinden in de Veiligheidsmonitor 2021 van pagina 25 tot pagina 34 en op de website van het CBS.

Verantwoording gebruikte methode en betrouwbaarheid in onderzoek naar ‘gevoelens over veiligheid, veiligheid in de buurt en respectloos gedrag:

De gebruikte gegevens voor deze data zijn afkomstig uit de Veiligheidsmonitor 2021. Deze wordt elk jaar uitgebracht in opdracht van het Ministerie van en het CBS. De Veiligheidsmonitor heeft als uitgangspunt om minimaal 65000 personen aan het onderzoek mee te laten doen om het onderzoek representatief te laten zijn. Daarbij wordt gestreefd naar 750 responsen per politiedistrict, en voor elk basisteam van de politie en 70-duizend-plus-gemeente 300 responsen. Het onderzoek is uitgevoerd tussen 11 augustus 2021 en 31 oktober 2021.

            Uiteindelijk hebben 170 duizend personen meegedaan waarbij het landelijke responspercentage 31,7% bedroeg. Alle 43 politiedistricten hebben daarbij het target van 850 responsen gehaald, en alle basisteams van de politie en 70-duizend-plus-gemeenten hebben hun target van 300 responsen gehaald. De Veiligheidsmonitor heeft daarbij over het algemeen een kleine betrouwbaarheidsmarge, dit omdat er een groot aantal landelijke waarnemingen in de steekproef plaatsvinden die nog worden aangevuld met waarnemingen op basis van lokale oversampling.

Verantwoording keuze en vormgeving:

Ik heb de keuze gemaakt om gegevens te gebruiken over gevoelens over onveiligheid waarin een onderscheid werd gemaakt tussen mannen en vrouwen. Dit omdat ik op een heldere manier aan wilde tonen dat vrouwen zich doorgaans onveiliger voelen. Bij het verwerken van de data heb ik vrijwel geen informatie weggelaten. Een paar categorieën zijn korter gemaakt om de visualisatie overzichtelijker te maken en de informatie zoals hij op de website van het CBS gepresenteerd wordt heb ik opgedeeld in drie tabellen. De keuze voor staafdiagrammen heb ik gemaakt omdat naar mijn idee de verschillen op die manier het beste duidelijk worden.

Mitsen en maren:

Het is belangrijk om in het achterhoofd te houden dat de verdeling tussen mannen en vrouwen in de gebruikte onderzoekspopulatie niet evenredig is, en daar wordt ook verder geen uitspraak over gedaan in de Veiligheidsmonitor. Dat betekent dat het zomaar zou kunnen zijn dat er meer vrouwen hebben geparticipeerd in het onderzoek, wat eventueel ook deels een hoger percentage zou kunnen verklaren. Daarnaast gaat de data over de beleving van onveiligheid. Deze beleving is uiteraard subjectief en het gevoel van onveiligheid zal bij de één eerder optreden dan bij de ander.

De originele data is hier te vinden op de website van het CBS.

Verantwoording gebruikte methode en betrouwbaarheid in onderzoek naar straatintimidatie:

In het onderzoek is in de eerste plaats gebruik gemaakt van de volgende definitie van straatintimidatie: alle ongewenste bejegeningen op straat, ongeacht de impact die het heeft gehad op het slachtoffer. De data is afkomstig uit het onderzoek Belevingen, wat als doel heeft om een beter beeld te krijgen van gevoelens en standpunten uit de samenleving aan de hand van percepties en meningen van Nederland. Van begin februari 2021 tot half april 2021 zijn 8154 jongeren tussen de 12 en 25 jaar geënquêteerd.

Verantwoording keuze en vormgeving:

Ik heb de data bijna gebruikt zoals dat hij was, ik heb enkel het onderscheid in leeftijdscategorieën weggelaten. Ik wilde het verschil tussen mannen en vrouwen duidelijk maken, en de staafdiagram leek me daarvoor de beste manier.

Mitsen en maren:

Het onderzoek is uitgevoerd in een periode dat er beperkende maatregelen golden door corona. Uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit is gebleken dat deze beperkingen ertoe hebben geleid dat er minder slachtoffers van straatintimidatie vielen. De daadwerkelijke cijfers zullen dus waarschijnlijk hoger zijn.

De originele data is hier te vinden op de website van het CBS.

Verantwoording gebruikte methode en betrouwbaarheid in onderzoek naar seksueel en huiselijk geweld:

De doelpopulatie van het onderzoek bestond uit alle in Nederland woonachtige personen van 16 jaar of ouder die geregistreerd zijn als woonachtig in Nederland in de Basisregistratie Personen (BRP), en die deel uitmaken van particuliere huishoudens. Er is daarbij een aselecte steekproef getrokken die uit 100 duizend personen bestaat. Er is daarnaast vastgesteld dat het aantal respondenten minimaal 23 duizend moet bedragen. Het veldwerk vond plaats van begin maart tot eind april.

            Van de 100 duizend benaderde personen hebben er uiteindelijk 30459 personen meegedaan; dat is een responspercentage van 30,5% t.o.v. van verwacht responspercentage van 23%.

Verantwoording keuze en vormgeving:

De gebruikte gegevens heb ik eigenlijk alleen opgeschoond door de categorieën op een andere volgorde te plaatsen en de informatie zo in de tabel te zetten dat hij gebruikt kon worden voor een visualisatie. Daarnaast heb ik ervoor gekozen het onderscheid in leeftijden niet aan bod te laten komen omdat ik dat niet relevant vond voor datgene wat ik aan wilde tonen. De staafdiagram leek mij de duidelijkste manier om de data te visualiseren.

Mitsen en maren:

Uit de responsanalyse is gebleken dat er sprake is van een selectiviteit van respons: jongeren doen minder vaak mee dan ouderen, personen met een niet-westerse migratieachtergrond doen minder vaak mee dan mensen met een westerse migratieachtergrond, en personen met een lager inkomen doen minder vaak mee dan personen met een hoger inkomen. Wel is deze selectiviteit door weging gecorrigeerd om te zorgen dat de deelnemers een representatieve vertegenwoordiging vormen voor de doelpopulatie.