Als gevolg op de data al eerder besproken zijn er nog een aantal interessante kwesties om licht op te schijnen.
In opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt jaarlijks de Veiligheidsmonitor uitgebracht. Zoals op de site vermeld staat: “Dit is een grootschalig enquêteonderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder naar onder meer leefbaarheid, veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit.” Uit dit onderzoek zijn verschillende resultaten omhooggekomen die interessante verschillen omhoog brengen. Een aantal van deze voorbeelden zullen uitgelicht en geduid worden aan de hand van datavisualisaties.
In bovenstaande tabel zijn gegevens te zien over de algemene veiligheidsbeleving onder mannen en vrouwen. De bovenste twee categorieën beslaan de gehele onderzoekspopulatie van 175 duizend mensen. Van die groep voelt 24% van de mannen zich wel eens onveilig, ten opzichte van 41,9% van de vrouwen. Er zijn dus bijna dubbel zoveel vrouwen die zich wel eens onveilig voelen ten opzichte van mannen. Ook als gekeken wordt naar de overige factoren wordt dat verschil duidelijk. Wanneer de respondenten werd gevraagd hoe groot zij de kans achtten dat bepaalde situaties zich zouden voordoen, reageerden vrouwen vaker dat ze die kans (heel) groot achtten dan mannen.
In de Veiligheidsmonitor werden ook vragen beantwoord over de gevoelens van onveiligheid in de buurt. Het is in deze cijfers duidelijk terug te zien dat vrouwen zich over het algemeen veel vaker onveilig voelen en ook veel vaker de deur niet opendoen ‘s avonds. Daarnaast schatten vrouwen de kans dat ze iets overkomt vaak hoger in dan mannen.
Ook als we kijken naar gevoelens over respectloos gedrag komt daar uit naar voren dat vrouwen aangeven vaker te maken krijgen met respectloos gedrag op straat, maar ook in andere situaties krijgen vrouwen vaker te maken met respectloos gedrag dan mannen. 16,4% van de vrouwen heeft weleens te maken met respectloos gedrag ten opzichte van 12,7% van de mannen. Dat is een verschil van 3,7%.
