Kleine jongensdroom

Kleine jongensdroom

Het is zaterdagochtend, Ralph loopt als vijf jarige jongen met zijn vader de grote sporthal binnen. Zijn ogen glinsteren en hij lacht van oor tot oor, eindelijk mag hij met zijn vader mee. Een groep grote, brede mannen staat op zijn vader te wachten. Ze lopen zenuwachtig rondjes en staan te springen van de zenuwen. Dit is het basketbalteam dat Ralph zijn vader coacht. Vroeger was hij zelf een goede basketballer, maar door een knieblessure moest hij deze droom laten gaan. Met grote ogen kijkt Ralph toe hoe zijn vader deze grote mannen aanmoedigt. Iedereen hangt aan zijn lippen door zijn enthousiasme over het spel. Eén ding weet Ralph zeker, hij wil ook basketballer worden.

Zes jaar later is Ralph zijn kinderdroom werkelijkheid geworden. Samen met zijn team traint hij vijf keer in de week. Deze trainingen gaan zo goed, dat ze over een aantal dagen naar Brussel vertrekken om daar een toernooi te spelen.

Een week voor vertrek wordt Ralph zwetend wakker in zijn bed, hij probeert zijn moeder te roepen, maar de woorden komen nauwelijks uit zijn mond. Zijn moeder komt de kamer binnen en schrikt ervan hoe ze haar zoon aantreft. ‘’Wat is er met jou aan de hand? Je keel is helemaal dik!’’ zegt ze bezorgd. ‘Maar dat kan niet, ik moet volgende week naar Brussel!’ roept Ralph angstig terug. ‘’Dat zien we dan wel, ik ga nú de dokter bellen.’’

Een dag voor vertrek naar Brussel ligt Ralph nog steeds ziek op bed. Toch houdt dat hem niet tegen. Hij pakt wat extra antibiotica en overtuigt zichzelf en zijn ouders dat hij klaar is om morgen naar Brussel te vertrekken. Hij wil zijn team niet in de steek laten, zijn coach heeft immers gezegd dat hij de beste speler is.

Eenmaal aangekomen in Brussel staat Ralph met zijn ouders in de lift onderweg naar de sporthal. Hij staat zenuwachtig met zijn vingers te knippen en ziet nog steeds een beetje bleek. Zijn moeder probeert een gesprek met hem te voeren, maar er klinkt alleen gemompel uit zijn mond. ‘’Ik krijg het een beetje warm’’, zegt Ralph met moeite. Terwijl ze de lift uit willen stappen, zakt hij door zijn benen op de grond, bewusteloos. ‘’Waarom zijn we in hemelsnaam naar Brussel gereden met een ziek kind?’’ roept zijn moeder geschrokken naar Ralph zijn vader. Ze kijken elkaar vragend aan en het blijft erg stil.

Enige tijd later zijn ze toch op weg naar de sporthal. Ralph is bijgekomen van de situatie en wil nog steeds zijn wedstrijd spelen. Zijn moeder is het er niet mee eens, maar ze ziet dat Ralph zijn gezicht steeds meer kleur begint te krijgen. Eenmaal aangekomen in de sporthal staat zijn team hem vrolijk op te wachten. De trainer slaat zijn handen op zijn hoofd van opluchting, met Ralph erbij moet deze wedstrijd wel goed komen.

Wanneer Ralph klaar is met de basisschool, gaat hij naar een speciale LOOT-school, een middelbare school voor topsporters. Hier hoeft hij alleen primaire vakken te volgen en kan hij de overige tijd gebruiken om aan zijn huiswerk te zitten. Zodra school is afgelopen, gaat hij gelijk naar huis om te eten en vervolgens weer te trainen. In de weekenden speelt hij wedstrijden met zijn team. Ralph zijn ouders zijn altijd bij de wedstrijden aanwezig. Zijn moeder begrijpt maar weinig van basketbal, maar ze vindt het wel heel leuk om te kijken. Zijn vader heeft er daarentegen veel verstand van en wil er alles aan doen om zijn zoon zo goed mogelijk te laten spelen. Tijdens de wedstrijden moedigt zijn vader hem flink aan en roept hij wanneer het fout gaat. Eenmaal terug in de auto is iedereen blij, want ze hebben de wedstrijd gewonnen. Toch is er iemand die er altijd wat over op te merken heeft, namelijk zijn vader. Zodra ze de oprit oprijden, begint het al. ‘’Als je het in de eerste ronde nou langer had volgehouden, kon je meer punten scoren’’, zegt hij. ‘Je bent ook nooit tevreden!’ roept Ralph boos terug. Terwijl ze aan de keukentafel schuiven en zijn moeder het eten opschept, zet de discussie voort, totdat zijn moeder ingrijpt. ‘’Het is genoeg, kappen met die basketbaldiscussie! Hij heeft toch goed gespeeld? Waarom ben je niet blij voor hem?’’ ‘Ik ben ook blij voor hem! Maar ik wil hem alleen maar helpen om nog beter te worden’, roept zijn vader verontwaardigd terug.

Het is maandagmiddag en Ralph heeft een zware schooldag achter de rug. Terwijl hij thuiskomt en zijn jas ophangt, roept zijn vader hem gelijk naar zijn kantoor toe. Wat zal er aan de hand zijn? Vraagt Ralph zich af. Als een verslagen hert loopt hij zijn vaders kantoor binnen. ‘’Kijk eens hier’’, zegt zijn vader. Op zijn computer is een zwart met geel scherm te zien, de website van Ralph zijn basketbalclub. ‘Ralph van Gent uitgenodigd om mee te trainen met het Nederlands team onder 15 jaar.’ Staat er groot op het scherm. Ralph kan zijn ogen niet geloven. ‘Is dit echt?’ vraagt hij verbaast. ‘’Gefeliciteerd jonge! Je mag gewoon meetrainen met het Nederlands team’’, zegt zijn vader met een grijns van oor tot oor.

Het gerucht gaat als een lopend vuurtje door het dorp: Ralph gaat meespelen met het Nederlands jeugdteam. Dit is voor Ralph een grote droom, maar het houdt ook in dat hij meer moet opgeven om zijn droom werkelijkheid te laten worden. Terwijl zijn vrienden net naar feestjes gaan en ’s-avonds op het pleintje afspreken, is Ralph inmiddels zes keer per week aan het basketballen. Ook school krijgt minder prioriteit, hij degradeert van vwo naar havo omdat het anders niet te combineren is met basketbal. Samen met het Nederlands team reist hij naar Kopenhagen en Kortrijk voor Europese kampioenschappen. Zijn vader is trots op hem, hij ziet voor zich hoe Ralph later professioneel basketballer kan worden – wat hem nooit is gelukt vanwege zijn knieproblemen -. De moeder van Ralph vindt het wel lastig, zij had gehoopt dat Ralph zijn vwo-diploma zou halen.

Ondertussen speelt Ralph ook nog met zijn eigen basketbalteam mee. Ze hebben echter een flinke deuk opgelopen in hun ego. Het afgelopen jaar zijn ze derde geworden van Nederland, terwijl ze overtuigd waren om eerste te worden. Ralph merkt dat hierdoor de motivatie in het team minder is geworden, dat vindt hij erg jammer. Hij wordt opnieuw gevraagd voor de selectie van het Nederlands team onder 16 jaar, maar deze selectie komt hij net niet door. Ralph baalt er enorm van, maar ziet dit ook als een teken. ‘’Ik denk dat het beter is als ik stop met zoveel trainen’’, zegt hij tegen zijn ouders. ‘’Ik wil ook gewoon een tiener kunnen zijn en genieten van de dingen die mijn vrienden doen.’’ Zijn vader kijkt hem aan en haalt zijn schouders op. ‘Het is goed dat je deze keuze maakt jongen, je mag supertrots zijn op wat je tot nu toe hebt bereikt.’

Inmiddels studeert Ralph aan de universiteit in Tilburg. Hij heeft een kleine omweg moeten nemen, omdat hij met zijn havodiploma eerst een hbo-studie moest volgen. Hij kijkt met trots terug op zijn basketbal carrière als kind. ‘’Ik had dit op geen andere manier willen doen, ofja, ik had gewoon vaker naar het advies van mijn vader moeten luisteren. Als ik daaraan terugdenk, was alles wat hij zei juist. Maar goed, ik vond het eenmaal lastig om hem te onderscheiden als coach, vader en criticaster.’’ Hij speelt nog steeds met liefde basketbal, maar op een minder serieuze manier dan vroeger.

Over de auteur

Loes Ansen

Loes Ansen (21) is een enthousiaste derdejaars studente aan de School voor Journalistiek. Naast haar passie voor filmen en editten, is schrijven ook iets wat ze met veel liefde doet. Met een brede interesse in cultuur, mode en lifestyle, weet ze altijd wel weer iets om het over te hebben. Wanneer Loes niet aan het werk is, kun je haar op verschillende plekken vinden, maar altijd omringt met gezellige mensen. Ze is te bereiken via loesansen [at] hotmail.com of op Linkedin https://www.linkedin.com/in/loesansen/.