Afgelopen schaatsseizoen eindigde voor veel schaatsbanen in een drama. Veel kunstschaatsbanen moesten door de hoge en onbetaalbare energierekeningen plotseling sluiten. Met de start van het nieuwe schaatsseizoen wordt nagedacht over eventuele oplossingen voor het energieprobleem. Maar de positie van de schaatsbanen in de huidige maatschappij blijft wankel.
Energieverbruik
Om in september of oktober met een graad of twintig binnen te kunnen schaatsen is er veel energie nodig. Volgens ex-ijsmeester Beert Boomsma verbruikte het oude Thialf in Heerenveen vijftien miljoen kilowattuur per jaar. Tegenwoordig is dit 7.7 miljoen kilowattuur, dit staat gelijk aan het energieverbruik van drieduizend huishoudens per jaar. Dit vertelt de ex-ijsmeester aan Trouw.
De kunstbanen zoals die van Thialf in Heerenveen of de Vechtsebanen in Utrecht zijn maar een paar centimeter dik en liggen op een betonnen vloer. Onder deze vloer bevinden zich honderden kilometers aan buizen en pijpen. Door deze buizen stroomt koelvloeistof. De koelvloeistof verspreidt zich onder de baan en verkoelt het water. De banen worden door compressoren gekoeld en die worden elektrisch aangedreven. Hoofdsponsor van de KNSB, ‘Daikin’ laat weten dat in 2040 alle ijsbanen energieneutraal zouden kunnen zijn.
Oplossingen
De ijsbanen zijn hard bezig met het bedenken van oplossingen voor de hoge energieprijzen. Lambert Borsen, trainer van marathonteam ‘Arktika’ laat weten de contributie te verhogen voor leden. “Wat moet dat moet, misschien dat het voor sommige later wel onbetaalbaar zal worden.” Aldus Lambert. Ook hebben meerdere schaatsbanen gekozen voor een natuurlijke wijze van energieopwekking zoals het aanleggen van zonnepanelen. Zoals ijsbaan Haarlem, zij plaatste in 2022 al 1700 zonnepanelen op het dak.
Daarnaast heeft ijsbaan ‘De Meent’ in Alkmaar ervoor gekozen om het seizoen twee weken later te beginnen. “Een seizoen van 22 weken, zoals u gewend bent maar dan duurzamer.” Staat vermeld in het statement op de website.
Verslaggeefster Lieve Scholtze ging op pad om meer onderzoek te doen naar de toekomst van het schaatsen binnen onze maatschappij.