Factcheck: Is in Nederland de sterftekans aan kanker hoger dan het OECD38 gemiddelde?

Factcheck: Is in Nederland de sterftekans aan kanker hoger dan het OECD38 gemiddelde?

Foto: Alf van Beem

Op 4 maart tweette Fleur Agema van de PVV het volgende: “In ons land is de sterftekans aan kanker flink hoger dan het OECD38 gemiddelde”. Is het echt zo dat de sterftekans aan kanker in Nederland hoger is dan gemiddeld in deze andere OECD-lidstaten? Onze redactie zocht het uit.

De OECD

Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) is een internationale organisatie die zich inzet om het economische en sociale welzijn van mensen te verbeteren. Dit doen ze door middel van onderzoek en internationale samenwerkingen. Van deze organisatie zijn 38 landen lid, die samen de OECD38 vormen. De OECD38 bestaat uit 38 landen uit alle continenten, op Afrika na. Naast deze 38 zijn er ook nog landen die veel samenwerken met de organisatie, maar geen officieel lid zijn, zoals China en Zuid-Afrika.

Het gemiddelde

De laatste publicatie van OECD over gezondheid in de 38 landen is afkomstig uit 2023. Hierin staan ook de kankersterftecijfers per 100 000 inwoners per staat. Deze cijfers zijn echter weer afkomstig van de WHO mortality database. De cijfers van deze database zijn afkomstig uit 2021 of eerdere jaren. Volgens Kadri-Ann Kallas, gezondheidszorg beleidsonderzoeker bij OECD, komt dit omdat het accuraat berekenen van sterftecijfers tijd kost. Volgens deze cijfers is het gemiddeld aantal mensen per 100 000 inwoners dat overleed aan kanker 200,6 in de OECD38. De Nederlandse cijfers in deze database zijn afkomstig uit het jaar 2020. In dit jaar stierven er 217,2 op de 100 000 Nederlanders aan kanker. Dit is dus inderdaad hoger dan het gemiddelde. Echter is de woordkeuze “flink hoger” van Agema misschien wat overdreven. Er zijn namelijk landen die hogere aantallen hebben zoals het Verenigd Koninkrijk met 221,8 en Polen met 240,4. Het land met de hoogste kankersterfte is Hongarije, waar in 2019 op de 100 000 inwoners er 286,4 aan kanker stierven.

Redenen

Volgens Kadri-Ann Kallas van OECD komen de grote verschillen tussen landen door verschillende dingen: “Ten eerste zijn er verschillen tussen het aantal kankerdiagnoses in landen, dit komt deels door verschillen in de preventie aanpak.” Als tweede reden geeft de OECD onderzoekster het verschil in het aantal mensen dat meedoet aan screening voor kanker: “Een hoge participatie in screening zou ervoor kunnen zorgen dat kankerdiagnoses eerder gesteld worden. Hierdoor is het dan makkelijker om te behandelen” Als laatste geeft ze aan dat verschillen tussen de kwaliteit van gezondheidszorg ook impact kan hebben op sterftecijfers van bepaalde kankersoorten.”

Nieuwste data

Over kankersterfte zijn bij het Centraal Bureau voor Statistiek al wel nieuwere cijfers bekend. In 2022 stierven er in Nederland in totaal 47 592 aan kanker. Wanneer je dit vergelijkt met 2020, wanneer er 47 089 Nederlanders aan kanker stierven, zie je dat dit nagenoeg gelijk is. In zowel 2020 als 2022 was kanker aan de luchtpijp en long veruit de vorm die de meeste levens kostte. Omdat het OECD en de WHO niet de cijfers uit 2022 van alle landen in handen hebben, kunnen we niet vergelijken of de huidige aantallen in Nederland gedaald of gestegen zijn in vergelijking met het OECD38 gemiddelde.

Plannen

Plannen om de kankersterftecijfers te verminderen in Nederland zijn er wel. Het Nederlands Kanker Collectief lanceerde in november 2023 de Nationale Kankeragenda. Hierin staan vijf geprioriteerde doelen: rookgedrag, vroege opsporing, zeldzame kankers, (late) gevolgen, en werk en kanker.  Het feit dat rookgedrag een van de doelen is laat zien dat er bewustzijn is over het feit dat long- en luchtpijpkanker de kankersoort is met het hoogste aantal sterfgevallen.

Conclusie

Volgens de laatst bekende data is het inderdaad waar wat Fleur Agema van de PVV heeft beweerd. De kankersterftecijfers zijn in Nederland inderdaad hoger dan het OECD38 gemiddelde. Echter is, wanneer je naar het totaalplaatje kijkt en landen als Polen en Hongarije meeneemt, het taalgebruik “flink hoger” wel wat overdreven.

Over de auteur