China debatteert pensioenleeftijd tijdens de Twee Zittingen

China debatteert pensioenleeftijd tijdens de Twee Zittingen

De pensioenleeftijd in China is al sinds de jaren 50 hetzelfde. Mannen mogen hier namelijk op 60-jarige leeftijd met pensioen en voor vrouwen is het 50 of 55, gebaseerd op de industrie waar ze in werken. Er wordt momenteel echter veel gedebatteerd over het verhogen van de leeftijd. Deze week zijn de Twee Zittingen en dit is een belangrijk item op de agenda. Een van de grootste redenen dat de Chinese regering de pensioenleeftijd wil veranderen is het verhogen van de levensverwachting. Toen de huidige pensioenleeftijd tot stand kwam, was de levensverwachting nog maar rond de vijftig. Tegenwoordig is de levensverwachting in China 77. Deze stijging leidt tot een overvloed aan mensen in het pensioenfonds, waardoor het voor de Chinese regering steeds moeilijker wordt om de kosten te kunnen veroorloven. Dit zorgt ook dat de gepensioneerden iedere maand een erg mager bedrag binnenkrijgen. De gemiddelde gepensioneerde in China ontvangt maar 2987 renminbi per maand. Dit is het Chinese equivalent van 382 euro per maand. Aangezien de armoedegrens in China op 2300 renminbi ligt, is het voor veel van de gepensioneerden moeilijk om hiervan te leven. China-correspondent Roland Smit geeft aan dat dit voor veel ouderen een reden is om na de pensioenleeftijd door te blijven werken: 

“Er zijn veel mensen in China die laagbetaald werk doen. De pensioenopbouw daarin is minimaal. Veel mensen vervallen dan ook in armoede zodra ze met pensioen gaan. Daarom blijven ook oudere mensen werken, om toch maar iets bij te verdienen. Simpel handmatig werk, garnalen pellen voor een restaurant bijvoorbeeld.” 

 De vergrijzing in China is een belangrijke factor wat betreft het veranderen van de pensioenleeftijd. In 2022 had China het laagste geboortecijfer sinds de geboortestatistieken bijgehouden worden. Ook waren de sterftegetallen het hoogste sinds 1974. Er zijn een aantal factors die bijdragen aan deze situatie. De onderwijskosten zijn in China namelijk enorm gestegen. Hierdoor kiezen steeds minder Chinezen ervoor om kinderen te nemen. Dit zorgt in China voor een disproportionele verhouding tussen leeftijdsgroepen. Er wordt voorspelt dat het aantal 65-plussers in 2030 zal stijgen naar 30%. De kosten die naar het pensioenfonds gaan zullen in dat geval alleen maar hoger worden.

Over de auteur

Luba Brodsky

Luba Brodsky (2003) is een beginnend journalist op de Hogeschool Utrecht.