Factcheck: Is de kans op een depressie na een hersenschudding voor vrouwen 50 procent groter dan bij mannen?

Factcheck: Is de kans op een depressie na een hersenschudding voor vrouwen 50 procent groter dan bij mannen?

De redactie van Upd8 News checkt regelmatig verschillende claims op hun betrouwbaarheid. Deze keer kijken we naar een uitspraak in een artikel van de wetenschapssite Scientias.nl. Daarin wordt beweerd dat de kans op een depressie na een hersenschudding of -kneuzing bij vrouwen 50 procent groter is dan bij mannen. En dat klopt waarschijnlijk wel, maar is niet duidelijk te verifiëren. Hoe zit dat precies?

Een hersenschudding wordt vaak beschouwd als een tijdelijk ongemak, maar recent onderzoek werpt een verontrustend licht op de mogelijke gevolgen ervan. Een gangbare overtuiging was dat de impact van een hersenschudding voornamelijk fysiek was, zonder grote psychologische consequenties. Nieuw onderzoek heeft nu aan het licht gebracht dat vooral vrouwen na een hersenschudding een aanzienlijk risico lopen om in een depressie te belanden. In een artikel van Scientias wordt de volgende claim gedaan: “Om precies te zijn is de kans op een depressie na een hersenschudding of- kneuzing bij vrouwen 50 procent groter dan bij mannen.”

 

Het onderzoek

Het beweerde feit, dat vrouwen bijna 50% meer kans hebben dan mannen om depressie te ontwikkelen na een hersenschudding of ander traumatisch hersenletsel, wordt ondersteund door een analyse van negen onderzoeken onder leiding van onderzoekers van de Amerikaanse Universiteit Harvard en bijna 700.000 mensen, zoals gerapporteerd op de jaarlijkse bijeenkomst ANESTHESIOLOGY in Philadelphia. In deze onderzoeken werden 360.605 vrouwen en 330.759 mannen geanalyseerd met niet-aangeboren hersenletsel. Zij hebben dit letsel dus ergens in hun leven opgelopen, zoals een hersenschudding of -kneuzing. Van de onderzochte vrouwen ontwikkelde ongeveer 29,3% depressie, terwijl dit percentage voor mannen 21,9% was. Dit betekent dat vrouwen 48% meer kans hadden dan mannen om depressie te ontwikkelen na traumatisch hersenletsel.

Het onderzoek suggereert dat de oorzaken van deze ongelijkheid complex zijn en kunnen worden beïnvloed door factoren zoals fluctuerende hormonen, verschillen in hersencircuits tussen mannen en vrouwen, gebrek aan sociale steun, sociaaleconomische status en ontoereikende behandelingsmogelijkheden. Verder is hier geen eenduidige verklaring voor.

Geslachtsverschillen

Dat laatste zien we vaker terug als het gaat om dit onderwerp. Willem van der Does, hoogleraar Klinische Psychologie aan de Universiteit Leiden en auteur van verscheidene boeken over psychologie en psychiatrie zegt hierover: “In het algemeen komt depressie vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Daar is een hele reeks potentiële verklaringen voor, maar nog niets is vastgesteld. Op zich zou het me dan ook niet verbazen als eenzelfde man-vrouwverschil wordt gevonden na welk event dan ook.”

Link

Dat er daadwerkelijk een link te leggen valt tussen het oplopen van niet-aangeboren hersenletsel en een verhoogde kans op depressie, bevestigt ook de organisatie Hersenz. Hersenz biedt een behandelprogramma voor mensen die in hun dagelijks leven problemen ondervinden naar aanleiding van hun hersenletsel. Hersenz meldt op de website: “Ongeveer een kwart van de mensen met traumatisch hersenletsel (door een klap op het hoofd, een val of een ongeval) die behandeld worden in een revalidatiecentrum heeft last van een depressie. Bij mensen met een CVA komt depressie in de eerste zes maanden na de beroerte voor bij 20 tot 50% van de mensen. ”

Onduidelijkheid

Toch meldt Hersenz iets, wat de betrouwbaarheid van de onderzoeken van Harvard op de proef stelt. “De diagnose depressie is niet altijd eenvoudig te stellen bij mensen met hersenletsel. Als gevolg van het letsel kan iemand namelijk kenmerken van een depressie hebben terwijl het geen depressie is. Denk aan vermoeidheid of een verminderd initiatief.” Hierdoor kun je de resultaten van de Harvard-onderzoeken in twijfel trekken, aangezien er dus niet altijd een duidelijke diagnose te stellen valt binnen de doelgroep.

Ook zijn er kortgezegd weinig tot geen andere onderzoeken gedaan naar de verschillen tussen man en vrouw bij dit onderwerp. Hierdoor zijn er vrijwel geen artikelen die deze specifieke claim kunnen bevestigen of ontkrachten.

Conclusie

Hoewel de claim, dat vrouwen bijna 50% meer kans hebben dan mannen om depressie te ontwikkelen na een hersenschudding of ander traumatisch hersenletsel, gebaseerd is op een analyse van negen studies met bijna 700.000 deelnemers, zijn er enkele nuances die de betrouwbaarheid van deze claim in twijfel trekken. Het stellen van een nauwkeurige diagnose van depressie bij mensen met hersenletsel is complex vanwege overlappende symptomen. Bovendien is het bekend dat geslachtsverschillen in depressie niet specifiek gerelateerd zijn aan hersenschuddingen volgens experts zoals Willem van der Does. Er zijn weinig andere studies die deze specifieke claim kunnen bevestigen of ontkrachten, wat de onzekerheid rond deze bewering vergroot.

Hoewel het onderzoek een mogelijk verband suggereert, moeten we voorzichtig zijn met het als definitief waar aannemen van de claim dat vrouwen 50 procent meer kans hebben om depressief te worden na een hersenschudding of -kneuzing dan mannen. Meer gedetailleerde en specifieke studies zijn nodig om deze bewering met meer zekerheid te kunnen ondersteunen of weerleggen.

Over de auteur

Sanne Pellicaan

Ik ben Sanne Pellicaan en ik studeer journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Ik ben ontzettend nieuwsgierig naar de wereld om mij heen en verdiep me daarom in zoveel mogelijk journalistieke richtingen. Neem vooral contact met mij op als je nog een leuk nieuwtje hebt! E-mail: contact. sannepellicaan@gmail.com Telefoonnummer: 06-15311477