Bijzondere beroepen in het daglicht: internationaal auditor bij aerospace bedrijven en vliegtuigontwerper

Bijzondere beroepen in het daglicht: internationaal auditor bij aerospace bedrijven en vliegtuigontwerper

Pixabay - LN_photoart

Als je aan de de lucht- en ruimtevaart denkt, zijn er veel verschillende beroepen, denk aan een luchtverkeersleider, een piloot of een bagagemedewerker. Maar er zijn ook mensen die de vliegtuigen ontwerpen en deze controleren op bepaalde veiligheidsnormen. Dit niet bepaald alledaagse beroep wordt uitgeoefend door Richard Heijnen. Maar wat doet hij allemaal, en waar moet hij rekening mee houden?

Richard Heijnen studeerde Electrical Engineering op de Avans Hogeschool, waar hij in 1992 afstudeerde. “Ik had als kind al veel interesse in vliegtuigen en raketten, en wist eigenlijk al heel snel dat ik daar mijn beroep van wilde maken”, vertelt Heijnen, die één van de vijf Nederlanders is die dit beroep uitoefent. Sindsdien is hij werkzaam in de lucht- en ruimtevaartindustrie als internationaal auditor. Maar wat houdt dit beroep precies in?

“In de lucht- en ruimtevaartindustrie hebben we te maken met de AS9100 certification”, legt Heijnen uit. “Dat is een norm die voorschrijft waar een managementsysteem van een bedrijf aan moet voldoen. Dat gaat over een stukje documentatie, maar ook over hoe om te gaan met afwijkingen die in het interne proces worden ontdekt, maar ook afwijkende producten die terugkomen van klanten of papierwerk dat niet klopt. Daarnaast gaat het ook over de kwaliteit van de producten die gemaakt worden, zowel intern als extern. Als auditor controleer ik de processen zoals het bouwen van een vliegtuig, maar ook onderhoudsbeurten op de veiligheid.”

Dat is volgens Heijnen niet alleen belangrijk werk, maar ook werk dat niet veel mensen uitvoeren. “Binnen de lucht- en ruimtevaartindustrie is het documenteren van het hele proces heel belangrijk, want alles moet van het begin tot het einde verantwoord kunnen worden, in het geval er toch iets mis gaat tijdens een vlucht.”

Naast het zijn van auditor heeft Heijnen meerdere malen meegeholpen bij het ontwerpen van vliegtuigen voor Airbus. Hij was projectleider waarbij hij ging over de elektrische onderdelen die vleugel en de motor met elkaar verbinden. Hierbij moest hij zich houden aan de veiligheidsrichtlijnen die wereldwijd bestaan. Zo heb je de Amerikaanse richtlijnen (Federal Aviation Administration), de Europese richtlijnen (European Union Aviation Safety Agency), maar landen als Canada, Groot-Brittannië en China hebben weer hun eigen richtlijnen.

“Een vliegtuig moet aan al deze richtlijnen voldoen omdat het anders niet wereldwijd mag vliegen”, vertelt Heijnen. “In de basis zijn alle regels hetzelfde: het vliegtuig moet intrinsiek veilig en luchtwaardig zijn. Daar moest ik als projectleider ook rekening mee houden en soms heb je daar niet altijd de ruimte voor. Zo heb ik een keer meegemaakt dat een brandstofleiding van een vliegtuig bij het bouwen te dicht bij een elektrische kabel kwam te liggen, en het was fysiek niet mogelijk om het vliegtuig anders te bouwen. Normaal moet je bij een brandstofleiding en een elektrische kabel een minimale afstand houden, omdat het anders ongelukken kan veroorzaken. Alle risico’s die hierbij komen kijken worden dan beschouwd, en dan neem je als team een beslissing of je het zo laat of dat er toch een grote aanpassing gemaakt moet worden, wat wij toen gedaan hebben.”

De veiligheidsrichtlijnen zijn binnen vestigingen van Airbus en bij Boeing dus hetzelfde, maar zorgen de verschillende culturen tussen Europese landen voor een andere werkwijze binnen Airbus? En wat is het verschil in werkwijze tussen Airbus en Boeing? Dat zie je in onderstaande reportage.

Over de auteur