Dyslexie: de onzichtbare uitdaging in de klas

Dyslexie: de onzichtbare uitdaging in de klas

Gemaakt door: Christian Boer

Christian Boer (1981) is de oprichter van Dyslexie Font én zelf dyslectisch. Hij ontwikkelde, in zijn afstudeerperiode van de opleiding Grafisch Ontwerpen aan de Kunstacademie, een lettertype voor dyslecten. “Op deze manier kan ik andere mensen helpen die dezelfde struggles hebben, als ik.”

Onbegrip

“Dyslexie is leerprobleem nummer één. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Als twintig procent van de mensheid dyslexie heeft, dan is dat geen foutje meer, maar een onderdeel van de samenleving. Desondanks weten leraren en ouders nog steeds niet hoe ze het best om kunnen gaan met een dyslectisch kind. Ik vind het daarom ook belangrijk dat we zoiets organiseren, zoals de Dag van Dyslexie, want dan kunnen we ook een andere kant belichten dan alleen maar ‘dat we niet kunnen lezen en schrijven’.

Dyslexie is onzichtbaar en wordt vaak niet begrepen. Meestal wordt het gezien als iets problematisch. Het duurt vaak lang voordat dyslexie bij een kind herkend wordt. Een beginnende lezer maakt dezelfde fouten als een dyslect. Het proces in je brein, waarbij het herkennen van letters bijna automatisch gaat, is bij hen nog niet geautomatiseerd. Bij een dyslect blijft dat zo. Tegen de tijd dat het opvalt, loopt het kind al twee jaar achter. De achterstand wordt in die tijd alleen maar groter en erger, omdat het niveau alleen maar stijgt.”

Onzeker door het onderwijs

“De meeste schade bij dyslecten wordt in het onderwijs veroorzaakt. Als je elke dag, meerdere keren hoort dat het werk dat je doet niet goed is, ondanks je zo je best doet. Dag in, dag uit zegt jouw leraar dat je het niet goed doet, zucht en rolt met de ogen, begrijpt niet waarom jij het niet gewoon begrijpt. Dat maakt natuurlijk een enorme emotionele impact op je. Dan te beseffen dat dit gebeurt bij kinderen van vijf, zes jaar. Dat is vreselijk.

Leraren kunnen er ook maar weinig aan doen. Docenten in opleiding krijgen in de vier jaar van hun studie, dertig minuten les over dyslexie. Je zal dat halfuurtje maar missen. Dyslecten zijn daar de dupe van, want die worden keer op keer gecorrigeerd. De motivatie om naar school te gaan, gaat gewoon helemaal weg. Als ze eenmaal klaar zijn met school, doen ze het liefst nooit meer een boek open. Ze krijgen een hekel aan school, sommige stoppen zelfs vroegtijdig en een ander krijgt buikpijn als hij naar school moet. Dan begint je schoolcarrière nog maar net.”

Dyslecten als Frans leraren of Duitse tolken

“Van de basisschool ga je naar de middelbare en dan krijg je al die taalvakken: Nederlands, Engels, misschien ook Frans en Duits. Dat zijn vakken die ons gewoon niet liggen. Andere vakken daarentegen, hoefde ik maar een keer te lezen en dan begreep ik het direct. Dat lezen duurde trouwens wel heel lang. Talen houden ons, als dyslecten, tegen.

Wat willen ze nou? Willen ze dat mensen met dyslexie een Frans leraar worden? Of een Duitse tolk? Dat worden we toch niet, maar we worden er wel op afgerekend. Stel je voor dat dyslexie iets visueels was. Stel dat ik in een rolstoel had gezeten en de leraar zegt tegen mij: “Jouw gym, dat is echt een drie. Je doet je best, maar toch is het drie. Een niveau hoger kan ook niet, volg jij eerst maar extra gymlessen, zodat je mee kan komen met de rest”. Dit is wat er gebeurd als het gaat om de taalvakken voor dyslecten. Omdat het niet aan ons te zien dat we niet mee kunnen komen, wordt er ook niets gedaan wat echt zorgt voor verandering.

Als we kijken naar wat er gedaan wordt op scholen voor dyslecten, dan is dat grofweg niks. Voorheen printte een leraar nog zo een uitvergroting van een tekst. Dat doen ze niet meer. Nu printen ze een tekst met lettergrootte elf en voor de dyslecten grootte twaalf. Een puntje meer. Een punt is gelijk aan 0,3 millimeter.”

Dyslexieprotocol

“In een dyslexieprotocol staat geschreven hoe er wordt omgegaan met dyslexie op scholen. Dat protocol wordt niet door dyslecten geschreven. Het wordt geschreven door professoren die een universitaire opleiding hebben. Die mensen zijn de beste lezers en daarmee staan zij totaal aan de andere kant. Ze hebben geen idee hoe het is om dyslexie te hebben. Dan komen ze met oplossingen, zoals: meer woordjes rammen. Er wordt niet gekeken naar punten die verbeterd of vernieuwd kunnen worden. Er wordt een zeer theoretisch protocol neergelegd, waar een leraar in de praktijk amper iets mee kan doen. De overheid betaald ervoor en zegt dan: “Ja, maar we hebben er wel iets voor liggen. We hebben er iets mee gedaan”. Een leraar kan er al amper iets mee, laat staan dat het voor een dyslect iets kan helpen. De overheid zou hier veel beter moeten ingrijpen.

Toen ik dat lettertype had ontwikkeld, kreeg ik reacties van instituten die dyslexietests ontwikkelen, waarvan ik dacht: Sorry? Wat? Hoe bedoel je? Zo zeiden ze: “Nee, het is echt onmogelijk dat een dyslect dit zelf bedenkt”. Ik heb dyslexie, ík ben ermee opgegroeid en ík weet waar het over gaat.”

Toekomst

“Je toekomst ligt bij je talenten. Hier zou veel meer op gefocust moeten worden. Niet iedereen hoeft goed te zijn in alles. Dat is onmogelijk. Niet iedereen is profvoetballer. Maar als de focus zou liggen op de talenten, dan zou er zo veel voorkomen kunnen worden. We moeten natuurlijk de taalvakken krijgen en we moeten iets leren, maar we hoeven er niet op afgerekend te worden.”

Verslaggeefster Jessley Lemay sprak over de mentale gevolgen voor kinderen met dyslexie. Benieuwd naar de audio? Beluister hem hieronder!

Over de auteur

Jessley Lemay

Hi! Mijn naam is Jessley Lemay en ik ben twintig jaar oud. Ik vind het leuk om teksten te schrijven en me te verdiepen in de geschiedenis, Oosterse wereld en mode. Daarnaast ben ik doelgericht, gemotiveerd, enthousiast en altijd op zoek naar de waarheid.