Talencentrum Kookoovaja in Utrecht biedt Nederlands lessen aan voor alle niveaus. Het niveau van de avondgroep is al goed genoeg om gesprekken te voeren in het Nederlands. Andere talen zijn in dit lokaal verboden. Immigratie is een van de hoofdonderwerpen in de huidige verkiezingsstrijd. Het gebrek aan integratie van de migranten die we in Nederland hebben is een groot probleem waar het leren van de taal in kan helpen.

Kookoovaja opent zijn deuren voor de avondlessen. De excentrieke naam is afgeleid van het Griekse woord voor uil, het symbool voor wijsheid. De leerlingen komen ’s avonds een voor een binnenwandelen in het lokaal. De meeste druppelen nog na van de regen buiten. Het Nederlandse weer krijgen ze er ook meteen bij. Ze gaan een voor een bij binnenkomst aan de kleine vergadertafel zitten in het midden van de ruimte. Het lokaal is huiselijk ingericht met planten en decoraties aan de muur. Bij binnenkomst praten de leerlingen met elkaar. Bij het overhoren van de gesprekken is louter Nederlands te verstaan. Wanneer de docent ook binnenkomt en de leerlingen groet neemt hij uitgebreid de tijd om iedereen klassikaal te vragen naar hun dag. De docent is hierdoor niet alleen op de hoogte van het privéleven van zijn leerlingen, maar geeft hen gelijk een goede oefening. “Het is belangrijk om de interactie zoveel mogelijk te bevorderen”, geeft docent Joost van den Brink aan. Dit komt ook terug in de oefeningen verderop in de les. De leerlingen bladeren ijverig door hun boeken en overleggen regelmatig.

De leerlingen hebben allemaal hun eigen reden om Nederlands lessen te volgen. “Ik wil graag in Nederland werken en onderdeel van de samenleving zijn” zegt de Griekse Giannis met zijn beste Nederlands. Ook de Russische Micha geeft aan de taal te leren voor meer opties op de arbeidsmarkt. Ondanks dat je tegenwoordig in grote steden regelmatig personeel tegenkomt dat geen Nederlands spreekt, is het volgens hen toch nodig om Nederlands te leren. Van den Brink geeft ook dat er genoeg banen zijn waar geen internationale functie voor bestaat. In dit geval zal je dus eerst de taal moeten leren voordat je de baan kan krijgen die je wil hebben. De leerlingen geven aan dat ze een actief onderdeel van de samenleving willen zijn. De taal helpt hen integreren.

Ook voor het sociale leven van immigranten is de Nederlandse taal belangrijk. Van den Brink zegt: “Met Engels kom je een heel eind, maar er is wel een grens aan wat je met Engels kan bereiken. Als jij je sociale leven wilt ontwikkelen in Nederland met Engels kan dat, alleen dan ben je beperkt tot de mensen die Engels spreken.” Het is echter niet altijd makkelijk om te oefenen in Nederland met de taal aangezien Nederlanders zelf snel overgaan in het Engels wanneer zij merken dat iemand de taal niet geheel machtig is. “In de supermarkt is het voor mij makkelijker om Nederlands te praten, want de woorden zijn specifiek. In een algemeen gesprek is het moeilijker voor mij om Nederlands te spreken. Dat is het moment dat mensen schakelen naar Engels”, aldus Giannis.

Deze kleine klas van zes leerlingen is slechts een van de vele klassen die les krijgen op het Kookoovaja. Wanneer de leerlingen beginnen bij het talencentrum krijgen zij eerst een maatgesprek waarin wordt bepaald wat zij nodig hebben. De intensiteit verschilt ook per cursusgroep. De ene leerling is drukker in zijn/haar vrije tijd dan de ander.

Het aanpassen aan de cultuur van Nederland is volgens Griekse leerling Nikos geen probleem. “De cultuur zelf is niet heel anders dan in andere Europese landen.” De leerlingen bedanken de docent aan het einde van de les en trekken hun dikke jas aan, terug de regen in. Wanneer een enkeling dit zelfs op de fiets blijkt te gaan doen, kan je alleen maar concluderen dat deze leerlingen goed op weg geholpen zijn om te integreren in ons koude kikkerlandje.

Thom Broekman sprak met een aantal studenten en docent Joost van den Brink