Utrecht Centrum

Selecteer Pagina

Van Filmambities naar auteur: Het creatieve pad van Marcel van Driel

Van Filmambities naar auteur: Het creatieve pad van Marcel van Driel

Marcel van Driel had als tiener een droom om in de filmwereld terecht te komen. tot op de dag van nu is succesvol kinderboekenschrijver.

“Op mijn 19e was het mijn grote wens om naar de filmacademie te gaan. Toen ik erachter kwam dat je auditie moest doen door middel van het laten zien van een eigen stukje filmfragment, besloot ik met een paar vrienden horrorfilms te gaan maken. Na een paar van deze films gemaakt te hebben, kwam ik tot de conclusie hoeveel werk het eigenlijk is; je hebt super veel mensen nodig en het zag er uiteindelijk nooit uit zoals ik aanvankelijk voor me zag. Ik besloot een andere richting op te gaan.

Op mijn 32e werd ik benaderd door een vriend van mij die werkte bij een bedrijf waar ze 3D-animaties maakten. Zij hadden destijds een animatiefiguur gemaakt en ze vroegen mij om daar een verhaal bij te bedenken zodat ze er een speelfilm van konden maken. Toen ik dat verhaal eenmaal af had, liet ik het lezen aan de baas. Hij keek mij erg bedrukt aan, wat uiteindelijk omsloeg in boosheid, want wat ik had geschreven was totaal niet wat hij bedoelde. Ik was daar behoorlijk pissig om, want ik had destijds geen contract en mocht naar mijn idee doen wat ik zelf wilde. Op mijn toenmalige werk vertelde ik aan een collega dat ik het allemaal voor niets had gedaan en dat je niet zomaar zelf een speelfilm kan maken, waarop zij de magische woorden zei: “Dan maak je er toch een boek van”. Ik heb mijn baan opgezegd en een jaar lang aan het boek gewerkt. Uiteindelijk heb ik het opgestuurd naar een uitgeverij. Na 3 maanden kreeg ik reactie waaruit bleek dat het geen goed boek was. Ik was daar best gepikeerd over. Naar mijn idee was het een geweldig boek en dan is het niet leuk om te horen dat het niet goed is. Wel stond er in de reactie dat ik talent heb en goed kan schrijven, ik wist alleen nog niet goed hoe een boek in elkaar zat. Ik had bijvoorbeeld 12 hoofdpersonen en in het ene hoofdstuk gebeurde er heel veel, in het andere weer niets. Als ik er nu op terugkijk, zie ik ook dat hij gelijk had.

Twee jaar later ben ik AVI-boekjes gaan schrijven. Om mij heen lagen er dan wel 10 A4’tjes waarin staat wat er allemaal niet mag: niet meer dan zoveel lettergrepen per woord, niet zo veel woorden per zin, en ga zo maar door. Het is een hele aparte manier van schrijven, maar je leert het er wel van! Zo hebben bijna alle boeken ook een maximaal aantal woorden. Bij AVI heb ik erg geleerd om me daaraan te houden. Ik heb het ook best een tijdje gedaan, totdat een  uitgever mij een mailtje stuurde met de vraag of ik voor hen een serie wilde bedenken voor de niet lezende 7/8-jarigen. Zelf houd ik heel erg van gamen en van superhelden, dus had ik al snel het idee om het boek te laten gaan over superhelden die hun krachten uit games halen. Zo gezegd, zo gedaan.

Hierbij was ook de afspraak dat alle boeken 7000 woorden mochten bevatten. Dat lijkt misschien veel, maar dat is echt best krap en je moet er best aan wennen om op zo’n manier te schrijven. De eerste keer dat ik ging schrijven, had ik ook een versie van 9000 woorden en heb ik dus echt veel moeten schrappen. Doordat ik nu goed kan ‘plotten’, weet ik dat ik vrijwel nooit meer veel hoef te schrappen uit mijn boek. Ik plot altijd de eerste 1/3e van een boek, weet ook ongeveer hoe het zal eindigen en laat het midden zoveel mogelijk open, zodat ik ook nog wat te ontdekken heb tijdens het schrijven. Nu begin ik binnenkort aan de 7e deel van dit boek en merk ik dat ik altijd al gelijk op de goede lengte zit. Door te plotten lukt het mij ook veel makkelijker om te beginnen met schrijven. Zo zei Stephen King ooit: “Amateurs wachten op inspiratie, professionals gaan gewoon aan het werk”. Nu is het niet zo dat ik uit bed stap, aan het werk ga en super veel inspiratie heb, maar ervaring leert dat die inspiratie vanzelf wel komt. Het welbekende ‘writers block’ vind ik ook een beetje onzin. Ik heb het zelf ook wel eens gehad, daar niet van, maar vaak zijn er gewoon twee dingen aan de hand. Of je hebt een persoonlijk probleem, ik had wel eens ruzie gehad met een goede vriend van mij en ik merkte dat ik voordat dat opgelost werd, ik niet verder kon schrijven. Of je zit vast met een verhaal, dan heb ik gewoon echt geen idee waar ik verder moet. Maar de kunst is dan om te kijken hoe je los komt. Mij lukt dat vaak door een wandeling te maken, te douchen, met mijn zoon en de hond te gaan wandelen en mijn zoon om advies te vragen over hoe het boek verder zou moeten gaan. En tegenwoordig gebruik ik ook wel eens ChatGPT en vraag ik voorbeelden over hoe het volgende hoofdstuk verder zou moeten gaan. Ik gebruik nooit wat hij zegt, maar de ideeën van AI maken vaak wel weer andere ideeën in mij los en dan kan ik weer verder. Dat is ook wat ik het leuke vind aan kinderboekenschrijven, letterlijk alle ideeën die ik heb kunnen erin. Niks is te gek”.

Over de auteur