De week zonder vlees en zuivel, begonnen in 2018, gaat deze week van start en eindigt 10 maart. “Ik hoop dat we met elkaar het gesprek aan kunnen gaan over een duurzamer voedselsysteem.”, aldus Floor Severens campagnemanager van Stichting Nationale Week Zonder Vlees en Zuivel. Overgaan op Plantaardige voeding is een breed maatschappelijk thema, zowel student als producent zet zich hiervoor in.
“Veganistisch koken hoeft niet duur te zijn, als je iedere dag A-merk vleesvervangers eet kan het wel duur uitvallen maar als je leert koken met bonen, peulvruchten en andere ingrediënten dan kan je lekker eten zonder dat het duur hoeft te zijn”, vertelt Floor Severens. “De voornaamste redenen voor dit dieet zijn gezondheid, dierenwelzijn en milieu-impact.” De stichting richt zich dit jaar voornamelijk op gen Z. Niet alleen om hén aan te zetten tot het eten van plantaardig voedsel maar ook in de hoop dat zij hun ouders mee zullen krijgen
Veganisme in Nederland
Naar schatting was in 2023 0.5% van de Nederlands veganist, 2.3% vegetariër, 2.1% pescotariër en 21.7% flexitariër, aldus het CBS. De stichting liet onafhankelijk onderzoek doen door blauw research naar de impact van de campagne van vorig jaar. Uit dat onderzoek bleek dat 1 op de 6 Nederlanders meedeed aan de campagne. De campagne had dat jaar 3,2 miljoen mensen bereikt met online advertorials. Severens hoopt dat dit jaar nog meer mensen meedoen.
Polarisatie
De campagne krijgt op sociale-media ook negatieve reacties. “Mensen zeggen vaak dat ze moe zijn dat we hen opleggen dat ze geen vlees mogen eten.” Severens vindt die reactie jammer, want niemand moet meedoen. Het doel van de stichting is vooral om mensen te inspireren, vertelt ze. “Het gesprek lijkt steeds meer te polariseren. Zowel de vleeseters als de veganisten roepen steeds harder” vertelt Severens. “Iedereen staat vrij zijn eigen keuze te maken. Het is jammer dat er weinig ruimte is om het gesprek aan te gaan over hoe we naar duurzamere voeding toe kunnen.”
Studentenvereniging
“Ik wil niet bijdragen aan het leed dat voortkomt uit de vleesindustrie.” vertelt Siska Schorn. Zij is deel van VSA (Vegan Student Association). “Ik vind het fijn dat ik mensen heb gevonden die dezelfde levenshouding hebben als ik.” Toen Siska in 2018 veganist werd, waren er niet zo heel veel plantaardige opties in de supermarkt en bij restaurants. “Daar is de afgelopen jaren een enorme groei in geweest. Je ziet de week zonder vlees en zuivel en andere dingen en merkt daaraan dat er meer bewustwording is.” “Ik denk dat het een vooroordeel is dat veganistische voeding duur moet zijn. Ik ga vaak naar Turkse winkels, daar heb je heel veel groente, peulvruchten, bonen en dat soort dingen. Ook heb je hier in Overvecht op donderdag een markt waar je goedkoop noten kan halen.” VSA is aangesloten bij Plant-based Universities, dat is een organisatie die actie voert om plantaardig voedsel aan te bieden op universiteiten. “Wij hebben veel verschillende studenten, van dierenrechtenactivist tot vleeseter die steun zoeken in het verminderen van hun consumptie van dierlijke producten.” vertelt Christina van Beek, secretaris van de vereniging.
Vleesvervangers
“Ik denk dat de groei van het aanbod in vleesvervangers aan het afvlakken is. Er is een lange tijd van alles uitgeprobeerd, nu komen we op het punt waar het duidelijk wordt wat de consument wil.” vertelt Marian Verbruggen. Zij is manager research and development bij Ruitenberg Ingredients. Zij houdt zich voornamelijk bezig met het maken van de receptuur voor vleesvervangers. Veel van deze vleesvervangers zijn in de aanbieding tijdens de week zonder vlees en zuivel. Voor veganisten die niet veel geld hebben vallen vleesvervangers buiten het budget. “Vlees is nu nog heel erg gesubsidieerd. Dat heeft nog geen werkelijke prijzen. Terwijl je voor vleesvervangers wel de echte prijs betaalt. Het is een opstart-investering.” vertelt Verbruggen.
