Utrecht Oost

Selecteer Pagina

Betekenisvolle Keti Koti Tafel op Hogeschool Utrecht

Betekenisvolle Keti Koti Tafel op Hogeschool Utrecht

Pindasoep, gembersiroop, en een vraag van de Keti Koti Tafel

Science Park – Op de Hogeschool Utrecht (HU) is een Keti Koti Tafel georganiseerd. De maaltijd om mensen van andere huidskleuren dichterbij elkaar te brengen heeft plaatsgevonden in de avond van 10 oktober. ‘Mensen vinden het juist heel fijn om over hun cultuur te praten.’

Om 17.00 uur is het gezellig chaotisch in de kantine van de HU op Padualaan 97. Het is nog een halfuur tot de Keti Koti Tafel van start zal gaan. Programmaleider Julie Ruf loopt rond met een pak servetten in de ene hand en een stapel enveloppen in de andere, maar neemt toch de tijd om iedereen die aankomt met een knuffel en een kus te begroeten. De geuren van allerlei kruiden en specerijen vullen de ruimte; veel passanten kijken benieuwd waar het vandaan komt. Op de tafels worden bakjes met chips van cassave en bakbanaan gezet, samen met kannen met felrode gembersiroop. Dit zijn allemaal onderdelen van de Keti Koti Tafel, een traditie bedacht door het echtpaar van de Surinaams-Nederlandse Mercedes Zandwijken en de Joods-Nederlandse Machiel Keestra om de dialoog over vooroordelen en racisme aan te gaan. Rond 17.30 uur zitten vrijwel alle bezoekers. Het is een gemengd gezelschap qua leeftijd, afkomst en geslacht. Zoals de regels van de Keti Koti Tafel voordragen zit elk persoon van kleur tegenover een wit persoon. Sommigen praten tegen hun gesprekspartner, anderen kijken om zich heen of op hun telefoon.

De maaltijd gaat snel van start, maar eerst nemen Zandwijken en Keestra het woord. Zij vertellen dat het idee van de Keti Koti Tafel tot stand is gekomen toen Zandwijken bij haar joodse schoonfamilie meedeed aan de rituele seidermaaltijd tijdens Pesach. Bij haar eigen familie voelde Zandwijken als kind liefde, maar ook veel woede. ‘Als je nu niet naar beneden komt breek ik al je botten!’, zo citeert Zandwijken haar moeder. Een groot deel van de deelnemers van Surinaamse afkomst knikken als Zandwijken haar moeder nadoet. Om deze cyclus van woede te doorbreken heeft Zandwijken samen met Keestra de Keti Koti Tafel georganiseerd. Zo willen zij witte mensen en mensen van kleur de dialoog over racisme aan laten gaan.

Na de intro begint het koor Fri Yeye, bestaande uit zes Surinaamse vrouwen, een welkomstnummer te zingen. Hierna wordt gevraagd of iedereen op een stokje van de plant kwasi bita wil kauwen. De deelnemers kijken met een samengetrokken gezicht terwijl ze het stokje in de mond doen. Volgens Zandbergen is de zeer bittere smaak een verwijzing naar de wrange slavernijtijd. Vervolgens is het de bedoeling om in stilte de polsen van je gesprekspartner in te smeren met kokosolie, wat elkaar helen van pijn uit het verleden voorstelt. Deze stilte bij deze intieme momenten wordt toch doorbroken door ongemakkelijk gelach. ‘Ik vond het spannend om dit met een andere man te doen’, vertelt een bezoeker. Hierna volgen de gesprekken volgens een strak schema. De ene persoon praat voor drie minuten, terwijl de ander stil moet zijn. Daarna is er tijd om te reageren, waarbij de originele persoon stil is. ‘Het was mooi hoe het zo opgezet was dat iedereen evenveel ruimte krijgt om te praten.’, vertelt bezoeker Wilma. Tussen de spreekmomenten zijn er ook momenten van stilte, om te reflecteren en na te denken. In deze momenten wordt er nog wel wat gefluisterd tussen de gesprekspartners, die elkaar enkele uren eerder nog nooit gezien hadden. Tijdens de gesprekken brengen vrijwilligers gerechten met symbolische betekenissen, zoals Aziatische pindasoep, Afrikaanse heri heri en Surinaamse bojo als dessert.

Naast de gesprekken zijn er ook momenten voor Kon na Leti ingepland, waarbij deelnemers hun eigen ervaring over vooroordelen en racisme kunnen delen voor de groep. Kon na Leti is Sranan Tongo voor ‘kom naar het licht’. Bij een van deze momenten spreekt student Melly Soiso. Als Soiso ‘Ik ben moe. Ik ben moe, maar ik moet me inhouden.’ uitspreekt, wordt zij emotioneel. Na haar Kon na Leti zijn bij veel deelnemers, zowel wit als van kleur, de ogen gevuld met tranen. ‘Wat ik hoor is wat elke dag honderdduizenden mensen ervaren.’, spreekt een bezoeker uit. Veel bezoekers knikken instemmend en begripvol. Volgens oprichter Mercedes Zandwijken is dit precies de reden dat ze dit organiseert. ‘Er zijn veel inzichten gedeeld, nieuwe inzichten. Het was een hoopvolle avond.’ Ook over de gesprekken tussen de bezoekers is Zandwijken positief: ‘Als de deelnemers nu iemand van kleur tegenkomen, hoop ik dat ze een positief gevoel krijgen omdat het ze doet denken aan het gesprek dat ze vanavond met de ander hebben gehad.’ Dit wordt gedeeld door bezoekers. Deelnemer Titia: ‘De gesprekken vind ik leuk om mee te nemen. Om met iemand die ik totaal niet ken te praten over dit beladen onderwerp, vond ik mooi om te zien.’

Luister hier naar de audioraportage van Kayleigh Hogerheijde:

Over de auteur

Bram Wissink

Bram Wissink (1999) is een beginnend journalist aan de Hogeschool Utrecht. Bram is 24 jaar oud en woont in Arnhem. Hun interesses liggen vooral bij politieke journalistiek, langdurige onderzoeksjournalistiek, en LGBTQ+-onderwerpen. Bram is geboren en opgegroeid in het Achterhoekse Eibergen. Na een VWO-opleiding in Zutphen heeft die tijdens hun studie Geschiedenis afwisselend in Arnhem en Nijmegen gewoond. Tijdens die studie heeft Bram ontdekt dat hun passie bij journalistiek ligt. Hen heeft enkele artikelen geschreven en redactiewerk verricht op vrijwillige basis. Hierna volgde Bram een stage bij Follow the Money en heeft die freelancewerk gedaan voor verschillende platforms. Voor de School voor Journalistiek is Bram in Utrecht-Oost bezig met de buurten Rijnsweerd, Utrecht Science Park, Galgenwaard e.o., en Maarschalkerweerd. Hen luistert graag naar wat inwoners in de buurten te zeggen hebben en hoe zij het nieuws in hun omgeving ervaren.