Utrecht Oost

Selecteer Pagina

Woningnood raakt ook daklozen

Woningnood raakt ook daklozen

Dakloze in Bushokje: Foto Anna Popken

Door Anna Popken SVJ D-13

Uit de Primos – prognose van 2023 blijkt een woningnood die stijgt van 3,9% naar 4,8%, maar woningnood is er ook onder zwervers. Elke dag zitten er in de straten van Utrecht-Oost daklozen. Opvangcentra, zoals Herstart van het Leger des Heils, die er zijn om hen te helpen, hebben niet genoeg plek en zitten vol. ‘Het woningtekort is hier dus ook te merken.’

Herstart is een organisatie die een kortdurende opvang voor volwassenen regelt. Hiervoor zijn twee locaties in Utrecht: In Utrecht-Oost is het gevestigd aan de Oudewijkerveldstraat 120 en dit is een laagdrempelig 24-uursopvang en net buiten Utrecht-Oost is de opvang gevestigd aan de Nieuwegracht 92 en is een gecombineerde inloopvoorziening en slaapplek. ‘We helpen ze niet alleen met onderdak, maar we hebben ook genoeg andere faciliteiten en hulpverlening waar de daklozen gebruik van kunnen maken’, vertelt Irene Wijma.  Zij is vaste invalkracht bij de locatie Nieuwegracht 92 in Utrecht. Samen met veel vaste medewerkers en veel vrijwilligers helpen zij de mensen die elke dag over de vloer komen. 

De sfeer is meteen goed te voelen bij de inloopwoonkamer aan de Nieuwegracht. Als je naar binnen kijkt is het goed te zien dat het er erg vol is. Bij de ingang is een warm onthaal. Er heerst een rumoerige, maar gezellig sfeer waar op de achtergrond allerlei talen door elkaar worden gesproken, zoals Pools, Engels en Nederlands. De meeste tafels zijn bezet en in de hoek ligt iemand op een bank te slapen. In de keuken wordt hard gewerkt en verderop speelt een vrijwilliger een kaartspel met een bezoeker.

‘De inloopwoonkamer is van tien tot zes open en is vooral voor mensen die op straat leven en mensen die vereenzamen, vertelt Irene. Iedereen kan wel gebruik maken van de huiskamer daar zijn zij als locatie vrij uniek in. De locatie Ouderwijkerveld heeft ook een woonkamer maar die is alleen te gebruiken voor bewoners. Als mensen onderdak willen kunnen ze terecht bij de nachtopvang voor max veertien dagen. Om gebruik te maken van de nachtopvang moet je ingeschreven staan bij de Gemeente. Irene vindt het werk vooral zwaar omdat ze zo vaak mensen moet teleurstellen. De eerste vraag die ze hier stellen is vaak uit welke gemeente kom je? Dan weten ze al snel of ze wel of geen slaapplek of andere voorzieningen kunnen geven. Als het antwoord dan iets anders is dan Utrecht dan wordt het al lastig.

Het woningtekort is dan ook zeker een probleem volgens Irene. ‘Mensen die wel ingeschreven staan in de gemeente die blijven dan heel lang gebruik maken van de woningvoorziening en er zijn maar weinig kamers. Dat is dan weer ten nadele van anderen. Hierdoor is de wachtlijst bij vele opvangcentra lang. De woningnood is hier dus ook te merken. Net als in de rest van Nederland’, vertelt Irene.

Irene wordt door een collega aangesproken en staat op. Ze loopt meerdere rondjes omdat ze opzoek zijn naar iemand in de ruimte. Ze roept zijn naam boven de drukte uit en hoopt de man te vinden. ‘aah ik heb hem gevonden’, roept ze luidkeels. ‘Er komen veel bezoekers over de vloer uit andere gemeenten of provincies, maar ook buiten Nederland’ vertelt Irene. ‘Daar is vaak nier veel voor behalve deze inloop en een aantal faciliteiten vertelt Irene verder. Het is duidelijk te zien dat ze iedereen zo goed mogelijk willen helpen ook als er maar weinig voor hen is. ‘In de koude periode wanneer de temperatuur een bepaalde graad is kan iedereen gebruik maken van de nachtopvang. Het is jammer dat het maar van korte duur is, vertelt ze teleurstellend.’ Opeens schiet ze in de lach, het nummer Last Christmas van Wham komt door de speakers. ‘Daar is het nu nog geen tijd voor,’ zegt Irene.

Op de achtergrond hoor je de vrijwilligers waaronder Cora Prins druk bezig met afgeven van soep aan de bezoekers en kijkt ze mee over de schouders van de jongere vrijwilligers. ‘Het enige wat je hoeft te doen als bezoeker is na het eten je bord in het wasrek te zetten.’ Voor de rest hoef je hier niks’, vertelt Cora. Ze is hier al 21-jaar vrijwilliger.  ‘Ik vind het werk zeker leuk en ik doet het met plezier. Soms is het zwaar werk omdat je niet altijd weet wat er op je afkomt. Je hoort verhalen van mensen die overleden zijn op een soms gruwelijke manier. Dat is zwaar en dat neem je mee. Dat laat je niet zomaar los, ’vertelt Cora. Ze werkt hier alleen donderdagmiddag. ‘Dan hou je het ook vol. Je ontvangt mensen, je voorziet ze van soep en koffie en ja door de tijd heen heb je mensen die je al zolang kent daar heb je ook band mee,’ vertelt ze met een glimlach.

Asim (achternaam bekent bij de redactie) zit aan een grote hoge tafel met een vriend tegenover hem. Hij geeft meteen een enthousiaste boks bij zijn begroeting. Hij is niet meer dakloos, maar is dit wel ongeveer vijf jaar geweest en maakt graag gebruik van de inloopwoonkamer. Zelf helpt hij hier ook soms als vrijwilliger. ‘Ik kom hier maandag, donderdag en vrijdag. Ik heb hier vrienden en vindt het met hen hier gezellig,’ vertel Asim terwijl hij zijn buurman meteen aanspreekt hierover. Hij vindt de mensen die hier werken echt goede mensen en is er erg over hen te spreken en wijst meteen een aantal van de vrijwilligers in de keuken aan. Irene kijkt trots om zich heen en is ook erg te spreken over Asim. Iedereen helpt elkaar hier zover dat kan en mogelijk is.

Over de auteur

Anna Popken

Ik ben Anna Popken (2002) en studeer Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Hiervoor heb ik de havo afgerond en daarna mijn diploma voor de opleiding interieur adviseur gehaald. Hier heb ik veel van geleerd en dit neem ik mee in mijn nieuwe leer proces. Ik ben gek op onderzoek en super geïnteresseerd in mensen en hun verhalen. Ben een erg gedreven persoon en sta altijd open om nieuwe dingen te leren. In de toekomst zie ik mezelf als journalist en hoop ik zoveel mogelijk te mogen ontdekken en uit te zoeken.