Ouderen met een vraag naar zorg moeten weer toegang krijgen tot een plek in een verzorgingstehuis. Dat vinden de politieke partijen Partij voor de Vrijheid (PVV) en de BoerBurgerBeweging (BBB). Om die reden brengen Fleur Agema (PVV) en Nicki Pouw-Verweij (BBB) een initiatiefwetsvoorstel uit om de ouderenzorg weer te bekostigen vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Ouderen met een lichte zorgvraag, die vallen in de categorie zzp2 en zzp3, konden tot 2015 in aanmerking komen voor een plek in een verzorgingstehuis. Vanwege het groeiende aantal ouderen met een zorgvraag, werd het onbetaalbaar om dit nog te kunnen bekostigen. Daarom biedt de WLZ alleen nog maar plek aan ouderen met een vraag naar zorg in de zwaarste categorie. Ouderen met een lichtere zorgaanvraag kunnen thuis ondersteuning ontvangen, maar dit zorgt ervoor dat veel ouderen niet de juiste zorg krijgen die ze nodig hebben.
In het initiatiefwetsvoorstel vinden Agema en Pouw-Verweij dat er kleinschaligere verzorgingstehuizen moeten komen met een maximum van zestien kamers, een gezamenlijke woonkamer en keuken. Ook zal er voortdurend toezicht zijn om de veiligheid van de bewoners te bewerkstelligen. Daarnaast zal het initiatiefwetsvoorstel ervoor moeten zorgen dat de eenzaamheid onder ouderen fors zal worden teruggedrongen. Zo zullen ouderen weer mét elkaar leven in plaats van langs elkaar.
Om het plan van Agema en Pouw-Verweij te realiseren, moet er 2,6 miljard euro vrijgemaakt worden per jaar. Volgens Agema en Pouw-Verweij worden de kosten deels terugverdiend door een besparing van ziekenhuiskosten.