Tekst: Mila Klaver
Audio: Nina Starink
Robert Camphuysen, een van de Utrecht Schone Stad Coaches, zorgt er samen met vrijwilligers voor om zwerfafval te verminderen. Dit doen ze door te ‘plandelen’, een samenvoeging van plastic rapen en wandelen.
Sinds de invoering van statiegeld op blikjes gaan statiegeldjagers massaal de straten op om zoveel mogelijk blikjes te verzamelen, met als gevolg opengetrokken pullenbakken en vuilniszakken. Robert en de zogenaamde plandelaars gaan vaak op pad om de buurt schoon te houden, zo zegt Camphuysen: ‘Een paar weekenden terug was de tweede Utrechtse Plandeldag. Daar waren meer dan duizend vrijwilligers en de doelstelling om tweeduizend straten te planden, ofwel schoon te maken, hebben we dan ook ruim gehaald.’ Niet alleen is Robert bezig met het motiveren van vrijwilligers, ook de mensen die zwerfafval veroorzaken spreekt hij aan. ‘Met hen, statiegeldjagers, ga ik ook in gesprek. Het merendeel van die mensen heeft daar alle respect voor’, aldus Camphuysen.
Dirk Groot is onder de naam Zwerfinator bezig met het rapen en documenteren van zwerfafval, om zo met de verzamelde data tot een gerichte aanpak te komen. Hij is dan ook blij met vrijwilligers die zich tegen het zwerfafval keren. Toch moeten we volgens hem ook naar andere oplossingen kijken: ‘Op welk moment leeg je de prullenbakken? Als je het ’s morgens doet en hij zit ’s avonds vol, dan is het veel makkelijker om in het donker ergens te gaan graaien, en gebeurt het dus ook veel vaker. Ook de horeca en supermarkten kun je daarin betrekken, die kunnen ook mee gaan werken en vaker de prullenbakken legen.’
Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Milieu) heeft maatregelen geëist van het Afvalfonds Verpakkingen, zo onder andere om meer inleverpunten beschikbaar te stellen. Zowel Camphuysen als Groot denken dat dit op den duur ervoor kan zorgen dat er minder weggegooid wordt en dus minder zwerfafval op straat belandt. ‘Mensen hebben uiteindelijk ook door dat ze geld aan het weggooien zijn, dat gaan ze dan niet meer doen’, zo zegt Camphuysen. Bovendien ‘gaan mensen ook minder in prullenbakken gooien, want met meer inleverpunten kun je het simpelweg ergens goed kwijt’, aldus Groot. Of het ook echt gaat helpen, is een kwestie van tijd; concrete plannen zijn nog niet gemaakt.