Vanaf aanstaande zondag is Amsterdam een museum rijker. Het Nationaal Holocaustmuseum opent namelijk 10 maart haar deuren. Het museum vermenselijkt de verhalen uit de Jodenvervolging door persoonlijke items en beelden tentoon te stellen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er in Europa ongeveer zes miljoen joden vermoord door de nazi’s. Van de Joodse bevolking in Nederland werd driekwart vermoord, meer dan 100.000 mensen. Dit staat bekend als de Holocaust of Sjoa. Om deze tragische gebeurtenis te herdenken werd in 2012 een nieuw museum aangekondigd. Nu, twaalf jaar later, opent het Nationaal Holocaustmuseum.

Het museum bevindt zich in een oud schoolgebouw op de Plantage Middenlaan. Dit is een historische plek omdat in de voormalig Hervormde Kweekschaal Joodse kinderen werden gered uit de naast gelegen crèche. De crèche was bezet door nazi’s en werd gebruikt om kinderen te deporteren. Een van die kinderen is Emanuel Delmonte, bestuurslid bij Stichting DovenShoah. Hij loopt rond in het museum en vertelt via zijn tolk: “Het museum is prachtig geworden. Ik heb een foto van mezelf geschonken aan het Nationaal Holocaustmuseum. Dus het is grappig om die hier nu te zien hangen.”

De opening van het museum wordt grootst gevierd. Koning Willem Alexander zal de opening bijwonen. Maar ook Oostenrijkse bondspresident Van der Bellen, de Duitse Bondsraadsvoorzitter Schwesig en minister-president Rutte zullen er zijn. Na optredens en toespraken opent het museum dat onderdeel uitmaakt van het Joods Cultuur Kwartier.

Spotlight bezocht het museum en sprak met algemeen directeur Emile Schrijver, hoofdconservator Annemiek Gringold en overlevende Roosje Steenhart-Drukker.