Op 10 maart heeft het gerechtshof in Den Haag besloten dat de drie activisten die anderhalf jaar geleden het schilderij ‘Meisje met de Parel’ in het Mauritshuis besmeurden en beschadigden geen straf zullen krijgen. Het hof oordeelde dat een straf te veel afbreuk zou doen aan de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vreedzame vergadering.

De drie mannen uit België hadden in oktober 2022 het schilderij besmeurd en beschadigd om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. Twee van hen spoten rode vloeistof en lijm op het schilderij en de achterwand, terwijl de derde de actie filmde.

Een eerdere rechtbank veroordeelde de activisten tot twee maanden gevangenisstraf, waarvan één maand voorwaardelijk. De mannen gingen in hoger beroep tegen dit vonnis.

De hoger raad overwoog dat een celstraf te ingrijpend zou zijn, vooral omdat de mannen al drie weken in voorarrest hadden gezeten. Het opleggen van straf zou verder ontmoedigend kunnen werken op mensen die hun vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering willen gebruiken door deel te nemen aan een protestactie. Volgens de hoger raad werkte het in het voordeel van de mannen dat ze vooraf zorgvuldig hadden onderzocht hoe ze het schilderij niet zouden beschadigen, door bijvoorbeeld te controleren of er glas voor het kunstwerk zat.

Het incident kreeg veel media-aandacht en veroorzaakte een grote maatschappelijke impact, omdat het meisje met de parel enkele dagen niet te zien was. Het Mauritshuis compenseerde bezoekers voor het ongemak dat werd veroorzaakt doordat het museum het schilderij tijdelijk niet kon tonen. Het museum heeft niet gereageerd op de uitspraak en verwijst naar de reactie van anderhalf jaar geleden, waarin het benadrukte dat kunst weerloos is en het beschadigen van kunst ten zeerste afkeurde.