Fact-check: Heeft 90 procent van de daders van seksuele uitbuiting een migratieachtergrond?

Fact-check: Heeft 90 procent van de daders van seksuele uitbuiting een migratieachtergrond?

Tweet van Wilders

Op 27 maart tweette Geert Wilders het volgende “Seksuele uitbuiting: 90 procent heeft migratieachtergrond en vallen na hun straf terug in hun oude gedrag. Het zullen geen Zweden en Canadezen zijn. #grenzendicht” Is het wel echt zo dat 90 procent van de daders van seksuele uitbuiting een migratieachtergrond heeft? En wat zou dit dan precies betekenen? Onze fact-check redactie zocht het uit.

Wat zeggen de cijfers?

Uit zowel het rapport ‘Daders van Binnenlandse seksuele uitbuiting’ van het CKM als uit een rapport in opdracht van STEVIG van criminoloog Jelske van Leeuwen en oud-politiecommissaris Marcel Lieskamp blijkt dat tussen de 85 en 88 procent van de daders van seksuele uitbuiting een migratieachtergrond heeft. Dit is dus iets lager dan het percentage wat Wilders gaf. Echter waren beiden onderzoeken een kwalitatief onderzoek: dit houdt in dat het meer gefocust is op beweegredenen en ervaringen van de daders dan op statistieken. Bij beide onderzoeken is er een maximum van 30 mensen geënquêteerd. De geënquêteerden waren ook allemaal daders die al bekend waren bij de politie. Dat maakt het lastig om te zien of deze percentages daadwerkelijk representatief zijn. Kwantitatief onderzoek op dit gebied bestaat nog niet in Nederland.

Welke rol speelt de migratieachtergrond?

De rol van een migratieachtergrond bij de daders van seksuele uitbuiting is onbekend: “Of de afkomst van de daders een rol speelt en zo ja welke, kunnen we niet zeggen”, waarschuwt Jelske van Leeuwen, een van de auteurs van het STEVIG rapport. Daarnaast vertelt Marcel Lieskamp, de andere auteur: “Het is van groot belang dat bij het ‘profileren’ van daders ethische richtlijnen worden gevolgd om te voorkomen dat individuen onterecht worden gestigmatiseerd of gediscrimineerd.” Daar voegt hij aan toe: “Dit betekent onder andere dat je uitspraken doet op basis van feiten en omstandigheden en niet op vooroordelen.”

Wanneer heeft iemand een migratieachtergrond?

Verder is het begrip migratieachtergrond vrij breed. Volgens de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft iemand een migratieachtergrond wanneer ‘ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren.’ Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). Volgens het CBS heeft 25,4% van de Nederlanders een migratieachtergrond. In de eerder genoemde onderzoeken is er ook geen duidelijkheid gegeven over het land van herkomst van deze daders van seksuele uitbuiting. Hierdoor weten we ook niet of het geen Canadezen en Zweden zijn, zoals Wilders suggereert.

Conclusie

De uitspraak van Geert Wilders dat 90 procent van de daders van seksuele uitbuiting een migratieachtergrond heeft klopt niet. Het percentage is gebaseerd op kwalitatief onderzoek in plaats van kwantitatief, waardoor de cijfers geen volledig beeld geven.  Zelfs al gebruik je deze cijfers wel, dan nog ligt het percentage iets lager: namelijk tussen de 85 en 88 procent. Als laatst is het land van herkomst van de daders niet bekend. Dus ook de uitspraak “het zullen geen Canadezen of Zweden zijn” is niet gegrond.

Over de auteur