Ondersteunende mantelzorgorganisatie Saar aan Huis gelooft in het feit dat er heel veel mensen zijn die nog wat voor anderen willen betekenen. Echter, je moet die groepen zien te vinden. ’’Kijk maar hoeveel mensen er iets voor een ander willen doen maar niet weten dat het kan en hoe het moet. Ik denk echt dat we die mensen allemaal aan elkaar kunnen koppelen, dus dat daar ruimte is’’, aldus Inge Petit, vestigingsmanager Saar aan Huis regio Utrecht & Stichtse Vecht.

Bij Saar aan Huis worden cliënten en informele zorgverleners door bemiddeling aan elkaar gekoppeld. Zo worden partijen bij elkaar gebracht die elkaar anders niet zo goed kunnen vinden. “De eenzaamheid is ook voor ons soms moeilijk te vinden, want waar zit de eenzaamheid, die zit achter de geraniums en die zien we niet.’’ Er is veel vraag maar volgens Inge kunnen ze nog meer aan. ’’Bijna elke week heb ik wel een aantal nieuwe Saars met wie ik ga kijken of ik daarmee samen kan werken.’’

Doordat er de afgelopen jaren veel gesproken wordt over een tekort in de zorg, is de aanname vaak dat er ook een groot tekort is in de ondersteuning van de mantelzorg. ’’Wij zijn geen zorg, wij zijn informele ondersteuning, de Saars of Brammen die hier aan het werk zijn, hebben helemaal geen zorgachtergrond nodig’’, vertelt Inge. Cliënten zijn hulpbehoevende mensen, meestal ouderen die vaak nog zelfstandig thuis wonen of in een zorginstelling en die hulp nodig hebben met boodschappen doen, eventueel koken en een stukje eenzaamheidsbestrijding, dus een wandeling, een verhaal, etcetera.

Over de vergrijzing maakt Inge zich geen zorgen. ’’De groep ouderen wordt groter maar ik denk ook; de groep vitalere ouderen wordt groter. Dan kun je mooi die mensen als ondersteuning van de mantelzorger een paar jaar wat dingen laten doen. Op deze vrijblijvendere manier kunnen ze zo toch nog nuttig zijn; soort van informele arbeidsrelatie.’’

Audio interview door Vitoya Finisie