Elke week op vrijdag wordt in het centrum van Breukelen de markt opgezet. Joviale marktlieden brengen hun waar aan de man. Het is een regenachtige dag maar dit lijkt noch de consument noch de verkoper te storen, er is voldoende publiek. Inflatie is overal merkbaar, ook hier op de markt. De gemiddelde Breukelaar lijdt financieel een vrij zeker bestaan maar, Barry Bouw van Animal Food Kingdom merkt de laatste tijd een verandering bij de klant. Hoewel inflatie voor sommigen wel een rol speelt, schaadt het de handel niet.
“Vooral veel pensionado’s die van AOW leven, betalen nu een stuk meer contant” vertelt Barry. De oudere klanten lijken op die manier meer zicht te hebben op hun financiën verklaart hij. Barry vertelt dat hij ook hogere kosten moet doorrekenen voor het gebruikmaken van zijn mobiele pinautomaat, per transactie gaat er 12 cent naar de bank. “Of mensen nou 3 of 50 euro besteden, er gaat altijd 12 cent vanaf”, vertelt Barry met compassie, hij snapt wel dat mensen liever contant betalen. “Ik ben gemiddeld 180 euro per maand kwijt aan pin kosten” vertelt de man, mensen weten dat ook vaak niet.
Hoewel mensen vroeger naar de markt gingen om een mooie deal te scoren, is dat nu wel wat verandert vertelt hij, mensen komen vooral voor de expertise en kennis. Bij de eerste de beste klant blijkt dat al. Barry weet precies wat hij de klant moet aanraden als hij hoort hoe oud het huisdier is, hij is een echte vakman. De dierenspecialist vertelt dat er een hartelijke ondernemerssfeer is onder de kraamhouders, iedereen gunt elkaar een goede omzet. Terwijl hij aan het praten is loopt een andere man binnen om wat tape van de kraam te lenen.
Joost, een marktbezoeker vertelt een ander verhaal over de inflatie, “niet om arrogant te klinken ofzo, maar geld speelt geen rol” In Breukelen zijn de meeste mensen toch wel welvarend vertelt hij. Hij komt zelf vooral op de markt voor de kwaliteit en om lokale ondernemingen te ondersteunen. Breukelaars lijken de markt ook te gebruiken als een soort sociale samenkomst, meerdere voorbijgangers stappen van hun fiets om even met iemand bij te praten.
Kommer Tannis is een groente- en fruitteler die al sinds 2006 zijn waar op de markt verkoopt. Hij lijkt zich niet zo veel zorgen te maken over de inflatie maar merkt het wel, “Je kan niet alles doorrekenen, ja dan gaat je brutowinstmarge naar beneden” vertelt de man openhartig. Supermarkten willen snel veel producten verkopen, daar gaat de kwaliteit van de producten niet mee vooruit legt Tannis uit. “In een supermarkt smaakt een aardbei minder naar een aardbei. Net als kip, kip wordt volgespoten met zout water.” Hij beweert dat als je de kip die je op de markt koopt opbakt, dat je precies dezelfde hoeveelheid kip overhoudt. Kommer denkt dat klanten komen voor zowel de kwaliteit als de prijs. Daar lijkt een klant het ook mee eens te zijn, “Ik kom vooral voor week boodschappen, kaas, brood” vertelt hij. De meneer vindt de sfeer ook goed en is blij dat op de markt meer keuze hebt. “Je kan op de markt nog verschillende soorten aardappels kopen, in de supermarkt is het allemaal dezelfde soort” vertelt hij.
De gemiddelde klanten van de markt lijken wat oudere mensen te zijn. Veel bezoekers vertellen dan ook dat ze pas sinds een aantal jaar op de markt komen omdat ze op vrijdag voorheen vaak moesten werken. Een deel van de Breukelse bevolking, voornamelijk de AOWers lijkt de inflatie te voelen. Er is ook een ander, meer welvarend deel die zonder zorgen op de markt zijn boodschappen haalt.
