Factcheck: ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking is bereid te vechten voor hun vaderland

Factcheck: ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking is bereid te vechten voor hun vaderland

The Hague's Binnenhof buildings and the Hofvijver pond, Netherlands.

Afgelopen week claimde Gijs Tuinman van de BoerBurgerBeweging in de Tweede Kamer dat maar liefst 46% van de Nederlanders bereid is om te vechten voor hun vaderland. Deze claim leek de redactie niet realistisch, dus werd het onderzocht. Uit twee recentere onderzoeken blijkt dat zowel 16 als 28 procent bereid is om te vechten voor hun vaderland. En dus niet de geclaimde 46%

 

De claim van Tuinman stamt voort uit de World Values Survey (WVS). De WVS is een internationaal onderzoeksprogramma dat zich bezig houdt met sociale, politieke economische, religieuze en culturele waarden van mensen over de hele wereld. Uit de onderzoeksresultaten van 2020, die niet terug te vinden zijn op de site van de WVS, zou hebben gestaan dat 46,7% van de Nederlanders bereid zou zijn om voor hun vaderland te vechten.

Omdat de oorsprong van de claim niet terug te vinden was, heeft de redactie navraag gedaan bij de BBB, met als resultaat dat zij hebben vermeld waar hun informatie vandaan kwam. In de citatie refereert Tuinman naar een onderzoek gedaan naar de veerkracht van de Scandinavische samenleving. Dit artikel werd afgelopen november gepubliceerd met een klein stukje data, waarin de vechtbereidheid van verschillende landen, waaronder Nederland, wordt weergeven. Hierin staat inderdaad dat deze 46,7% is, waar het niet dat dit data uit 2020 is.

Recentere onderzoeken

 

In 2020 voerde het World Values Survey (WVS) onderzoek uit, waarbij het opvallende percentage van 46 naar voren kwam. Twee jaar later, in een vervolgonderzoek door dezelfde instantie, werd een nieuw percentage vastgesteld: 28,4%. Dit toont een aanzienlijke daling van 18% ten opzichte van de voorgaande meting aan. Deze recentere gegevens tonen een significant ander beeld dan die van twee jaar eerder.

Parallel aan dit onderzoek heeft Motivaction in samenwerking met de EO voor het programma ‘Dit is de Kwestie’ een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd, gericht op vaderlandsliefde in het kader van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Ondanks het gebruik van dezelfde vraagstelling als het WVS, kwam Motivaction tot een heel ander resultaat: 16%.

Jeroen Senster, Principal Research Consultant bij Motivaction, is verbaasd over de uitspraak van Tuinman: ‘Dat klopt niet.’ Beweert hij stellig. Hoewel zij exact dezelfde vraag stelden als de WVS kregen zij hele andere resultaten. ‘Het resultaat dat uit ons onderzoek kwam was in lijn met de eerdere resultaten. Verrast waren we niet, de bereidheid is altijd al laag geweest. Dit kan er aan liggen hoe nabij de oorlog is. Zo zijn er ook lagere percentages in landen zoals België en Duitsland, maar in landen zoals Polen waar oorlog een stukje dichterbij is, zijn de resultaten een stuk hoger’

Senster probeert het verschil te verklaren aan de hand van verschillende respondenten en de vragenlijst: ‘16% is niet gek. 28% is een groot verschil, maar misschien komt dit door andere respondenten. Het resultaat van een enquête is altijd anders, maar 46% is een enorme uitschieter. Het kan bijvoorbeeld ook komen door de vragen die er voor zijn gesteld.’

De vragen die voorafgingen aan de vraag over vechtbereidheid gingen over vrijheid, een potentiële burgeroorlog en terroristische aanvallen in het thuisland.

Conclusie

In conclusie blijkt de bewering van Gijs Tuinman van de BoerBurgerBeweging in de Tweede Kamer, dat 46% van de Nederlanders bereid is om voor hun vaderland te vechten, ongegrond te zijn. Deze claim, gebaseerd op het World Values Survey (WVS) uit 2020, wordt weerlegd door recentere onderzoeken. Zowel het WVS-onderzoek van 2022 als het onderzoek van Motivaction in samenwerking met de EO tonen lagere percentages, namelijk 28,4% en 16% .

De redactie heeft de bronnen van de bewering gecontroleerd en ontdekt dat de cijfers afkomstig waren van een specifieke studie over de veerkracht van de Scandinavische samenleving. Desondanks dateren deze gegevens uit 2020, wat aantoont dat recentere metingen een meer accuraat beeld geven van de actualiteit. Kortom, de claim van Gijs Tuinman klopt niet, maar hoeveel procent het wel is blijft niet zeker te weten. Wat wel zeker is dat 46% veel te hoog is, en het werkelijke percentage rond de 20% zal liggen.

Over de auteur

Theun Schaafsma

Mijn naam is Theun Schaafsma, en ik studeer journalistiek aan de hogeschool Utrecht. Ik houd van voetbal, schrijven, lezen en op z'n tijd een potje FIFA. Welke kant ik in de journalistiek ik op wil weet ik nog niet, maar ik wil zeker in de journalistieke wereld aan de slag