Uit onderzoek van het CBS blijkt dat het aantal mensen dat obesitas heeft en/of te zwaar zijn weer is toegenomen. Het percentage Nederlanders van 20 jaar of ouder met obesitas is het afgelopen jaar gestegen naar 16%, het hoogste niveau ooit en driemaal hoger dan in het begin van de jaren 80, volgens de recentste gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De Body Mass Index (BMI) wordt gebruikt om te bepalen of iemand overgewicht heeft. Dit wordt berekend door het gewicht in kilogram te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Als de BMI van een volwassene 25 of hoger is, wordt dit beschouwd als overgewicht. Een BMI tussen 25 en 30 wordt matig overgewicht genoemd.

De recente cijfers tonen aan dat ernstigere vormen van obesitas steeds vaker voorkomen. In 1981 had minder dan 1% van de Nederlanders zeer ernstig of extreem overgewicht, terwijl dit in 2023 was gestegen naar 4 %. Meer dan een derde van de volwassenen in Nederland heeft overgewicht maar valt niet onder de categorie obesitas.

Als we deze groep samen met de 16% die wel lijdt aan obesitas nemen, dan zien we dat iets meer dan de helft van alle Nederlanders vanaf 20 jaar te zwaar is. In de vroege jaren 80 bedroeg dit percentage 33%. Dat is dus een significant verschil.

Ongeveer de helft van de volwassenen in de Europese Unie had in 2019 last van overgewicht. Het gemiddelde percentage met matig overgewicht was 36%, terwijl 17% obesitas had. In Nederland had 15% van de volwassenen in 2019 obesitas. Alleen in Roemenië, Italië en Bulgarije was het percentage volwassenen met obesitas lager dan in Nederland. Malta, Hongarije en Kroatië hadden daarentegen het hoogste percentage volwassenen met obesitas.