Een strikter beleid met betrekking tot criminaliteit in de havens van Rotterdam heeft gevolgen voor de rest van Nederland. Door intensievere controles in zowel Rotterdam als Amsterdam verdwijnt de criminaliteit niet per definitie, maar verplaatst deze zich naar andere locaties. Naast de bekende havens van Antwerpen en Vlissingen worden ook steeds kleinere havens geconfronteerd met drugscriminelen.
Hoewel de cijfers laten zien dat er minder drugs worden gevonden in de haven van Rotterdam, impliceert dit niet automatisch dat het beleid effectief is. De statistieken van het Openbaar Ministerie tonen een aanzienlijke daling in de onderschepping van cocaïne in de Rotterdamse haven. In 2022 werd ongeveer 35.000 kilo coke onderschept, terwijl dit in 2023 daalde naar 25.000 kilo.
Hoewel dit als een succes in Rotterdam werd beschouwd, ondervonden kleinere havens hierdoor problemen. De Vlissingse haven bijvoorbeeld zag een stijging in de hoeveelheid onderschepte kilo’s cocaïne van 2022 naar 2023. Als reactie hierop werd, vergelijkbaar met Rotterdam, in havens zoals Vlissingen, Borsele, Terneuzen en Moerdijk een eigen zeehavenpolitie ingesteld.
Onder andere door deze maatregel waarschuwt Niko Struiksma, directeur en onderzoeker bij ProFacto, dat kleinere havens waar voornamelijk plezier vaart, visserij en de ‘bruine vloot’ aanmeert ook het doelwit zijn van het binnenhalen van cocaïne. “In de Noordelijke havens speelt dit probleem maar het kan ook niet anders dat er in de havens van bijvoorbeeld Enkhuizen en Hoorn ook criminelen actief zijn. Het is veel kleinschaliger als je het vergelijkt met Rotterdam, maar ik ben ervan overtuigd dat het er is,” veder legt Struiksma uit, “Er is nu weinig tot geen toezicht in deze havens, zeker buiten de kantooruren en in de nacht kan je over het algemeen gaan en staan waar je wilt en weet ook niemand wat zich in de havens afspeelt.”
Een oplossing: “Zolang er onvoldoende wordt gecontroleerd, zal er ook niets worden gevonden, maar dat betekent niet dat er niets gebeurt op het gebied van cocaïnehandel. Er moet meer onderzoek worden gedaan en er moeten aanzienlijk meer controles plaatsvinden om resultaten te boeken.” Aldus Struiksma.
