Jurist en voormalig presentatrice van Ongehoord Nederland, Raisa Blommesteijn, deed eerder deze week via haar X-account een opmerkelijke uitspraak over de Week van de Lentekriebels, die deze week van start zou gaan. In haar bericht beweerde ze het volgende: “Vandaag begint de week van de #Lentekriebels: een week waarin jongere kinderen op de basisschool worden aangemoedigd tot zelfbevrediging en leren over anale seks, pijpen en transgenders. Let goed op en spreek je uit: het werkt.” Met haar 114 duizend volgers heeft Blommesteijn een groot bereik, en gezien de ophef rondom de Lentekriebels vorig jaar lijken haar beweringen van groot belang om te factchecken. 

Wat leren de kinderen precies 

De Week van de Lentekriebels wordt georganiseerd door Rutgers, samen met regionale GGD’s, en volgens Rutgers leren de kinderen tijdens de Week van de Lentekriebels over thema’s zoals lichamelijke ontwikkeling, relaties, seksualiteit, genderidentiteit en transgender (Dit laatste maakt het deel van de bewering over transgenders dus waar). Zo leren ze bijvoorbeeld over hun eigen lichaam, emoties, vriendschap, en het respecteren van grenzen. Dit gebeurt op een positieve en respectvolle manier. De nadruk ligt op het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling en het respecteren van verschillen tussen ieder ander.  

Leeftijdsgebonden lessen 

De Week van de Lentekriebels is ontworpen voor kinderen op de basisschool, variërend in leeftijd van 4 tot 12 jaar. Dit betekent dat de inhoud van de lessen zorgvuldig is aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Zo verschilt de informatie die kinderen uit groep 8 krijgen natuurlijk veel van de informatie die de kinderen uit groep 3 zullen krijgen. Het is belangrijk om rekening te houden met wat passend is voor verschillende leeftijdsgroepen.  

Pedagogische benadering 

Zoals eerder gezegd, is het hoofddoel van de week om kinderen op een positieve en respectvolle manier te informeren over seksualiteit, relaties en lichamelijke ontwikkeling. Dit gebeurt logischerwijs binnen een pedagogisch kader dat ervoor zorgt dat de informatie op de juiste manier aankomt bij de kinderen. En dit ligt volgens oud-kindercoach Inge Anema Brasem aan hoe het gebracht wordt door de docenten: “Hoe de kinderen erover denken ligt aan de manier waarop het gebracht wordt. Als er heel spannend over gedaan wordt dan gebeuren er gekke dingen, maar als het gewoon in het lesprogramma zit en er niet zo veel heisa omheen zit, dan zullen de kinderen er ook normaal mee omgaan.”  

Verontruste ouders 

Volgens Inge is het ook handig om de ouders te betrekken bij de week: “Als je een nieuw schooljaar begint, of het nou groep 1 of groep 8 is, dan heb je natuurlijk altijd zo een informatieavond met de plannen van bijvoorbeeld toetsen en dergelijke belangrijke punten. Je moet dan de week van de lentekriebels ook vermelden, maar je moet het niet groter maken dan de rest.” Want de tweets van bijvoorbeeld Rasia maken het probleem groter dan het daadwerkelijk is. “Het hoort gewoon bij het lesprogramma en als er ouders met vragen zijn, dan sta je die te woord en probeer je een oplossing te vinden. Desnoods laat je de ouders er bij de lessen bij zijn, of je laat de ouders besluiten dat hun kind niet naar die lessen hoeft zoals vaak het geval is bij godsdienstlessen.” 

Inhoud en lesmateriaal 

De GGD en Rutgers voorzien scholen van lesmaterialen en richtlijnen die zijn ontwikkeld door experts op het gebied van seksuele voorlichting. Deze materialen zijn zorgvuldig samengesteld om relevante onderwerpen op een begrijpelijke en respectvolle manier aan te bieden aan kinderen, er is dus geen sprake van onderwerpen zoals leren pijpen of anale seks. Organisaties zoals Rutgers en de GGD vinden het dan ook jammer dat dit soort onwaarheden worden verspreid over het internet. Dit zorgt namelijk voor polarisatie, boze ouders op het schoolplein en bedreigingen aan het adres van de medewerkers van Rutgers.