NEDERLAND – Uit recent onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de Aziatische Nederlanders discriminatie ervaart. Mensen met Chinese achtergrond maken het vaakst discriminatie mee. Ook geeft een groot deel van de mensen met een Zuidoost-Aziatische achtergrond aan het afgelopen jaar discriminatie te hebben ervaren.

Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, Fontys Hogeschool en twee onafhankelijke onderzoekers in opdracht van het Ministerie van Sociale zaken en is gepubliceerd op 18 maart. 36 procent van de mensen met een Zuidoost-Aziatische achtergrond heeft het afgelopen jaar discriminatie ervaren. De helft van de mensen met een Chinese afkomst maakt discriminatie mee. Bij mensen met een Indonesische achtergrond ligt dit lager, namelijk 16 procent, schrijft de UvA.

Uit gegevens van Rijksoverheid blijkt dat er meer meldingen van discriminatie vanwege de coronamaatregelen zijn gemaakt. Ook bevestigen respondenten uit het onderzoek dit. Zij geven aan meer discriminatie te hebben ervaren sinds de coronatijd. Sommige respondenten bedoelen daarmee dat corona een extra aanleiding vormde om Aziatische mensen apart te zetten. Zij hadden het gevoel dat zij verantwoordelijk werden gesteld voor de pandemie, schrijft de UvA.

Aya Ezawa is Diversity Officer aan de Universiteit van Leiden. “Discriminatie is een systeem wat diep ligt. In de manier waarop je denkt maar ook hoe je als mensen bent ingesteld. Dat is niet iets wat je zomaar even veranderd, dat zit heel diep in ons. En om daarin stappen te zetten naar verbetering ligt een aan breed aantal dingen.”

Maar hoe komt het dat discriminatie tegen Aziatische Nederlanders nog steeds in grote hoeveelheden plaatsvindt? En hoe kunnen wij dit als maatschappij oplossen? In de onderstaande explainer wordt daarop ingegaan.