“Eén op de tien vrouwen lijdt aan zware menstruatiepijnen door de ziekte endometriose”. Dit claimt presentator Jeroen Pauw in de uitzending van 19 maart van de talkshow ‘Sophie & Jeroen’ van BNN VARA. Dit klopt, blijkt uit een factcheck.  

 De stelling is volgens de voorzitter van de Endometriose Stichting, Bianca de Bie, gebaseerd op meerdere buitenlandse studies. “Deze uitspraak, en alle cijfers uit onderzoeken gaan over de wereldbevolking. Er kan geen onderscheid worden gemaakt tussen bijvoorbeeld de Nederlandse bevolking. De cijfers zijn per land en zelfs per werelddeel ongeveer gelijk”, stelt de Bie.  

Eén van de studies waar de claim op is gebaseerd is volgens de Brie een Australisch onderzoek gepubliceerd in december van vorig jaar. Bij de Australische Studie over de Gezondheid van Vrouwen is gebleken dat veertien procent van de Australische vrouwen geboren tussen 1973 en 1978, gediagnostiseerd zijn met endometriose. Bij een jongere leeftijdsgroep; geboren tussen 1989 en 1995 ligt het percentage lager: op 8,8 procent.  

De reden hiervoor is volgens het onderzoek het feit dat de eerste groep vrouwen langer de tijd hebben gehad om gediagnostiseerd te worden, gezien de aandoening moeilijk is om vast te stellen. De gemiddelde wachttijd op een diagnose ligt volgens de Bie op zeven en een half jaar. “Het lastige aan de diagnose endometriose is dat de klachten heel aspecifiek zijn. Er bestaat niet een soort van checklijst dat patiënten af kunnen gaan om te vermoeden dat ze de aandoening hebben. ”, licht ze verder toe.  

Andere bronnen, zoals het Nederlandse boek Urogynaocologie, spreken van een percentage van twee tot tien procent aan diagnoses van endometriose. Hier gaat het om vrouwen in de vruchtbare levensfase. Deze groep is te vergelijken met de tweede groep vrouwen onderzocht bij het Australische onderzoek. Ook de informatiepagina over bekkenzorg van het Máxima MC neemt dit percentage gepubliceerd in het boek Urogynacologie, over.   

“Toen ik met de stichting begon in 2002, was die prevalentie ook altijd één op tien procent en het varieert een beetje als je in de wetenschap gaat zoeken. Er komen ook getallen voor waar gesproken wordt over vijftien, zestien procent aan gediagnostiseerde vrouwen. Ik weet niet in hoeverre echt een hard cijfer, of het nou acht of tien procent is, er aan gekoppeld kan worden”, licht de Bie toe.   

 Op de vraag of de Bie het eens is met de stelling:  ‘één op de tien vrouwen lijdt aan zware menstruatiepijnen door de ziekte endometriose’, antwoordt zij: “Ja, dat ben ik zeker. En ik denk eerder dat het misschien een op de acht vrouwen zal zijn dan een op tien, maar dat tweede is toch wel het meest gangbare.” Het is volgens haar ook een goed gemiddelde wat gebruikt wordt.  

 Reactie van BNN VARA  
De redactie van Sophie & Jeroen is om reactie gevraagd over de aard van hun uitspraak. Hierop reageerden zij met het volgende: “Onze gast was onder meer journalist Maartje van Hoek, die zelf endometriose heeft en het boek je mag je weer aankleden schreef over het onderwerp. Het percentage hebben we uit dat boek en het Volkskrant artikel dat erover verscheen”, aldus Anne-Will Fisser, redactiecoördinator Sophie & Jeroen.