Utrecht Centrum

Selecteer Pagina

Mars voor Palestina loopt door Utrecht

Mars voor Palestina loopt door Utrecht

De mars volgt de afgesloten route naar het Domplein

“Min el-maiyeh lel mayieh, Falasteen Arabiya!” roept een jong meisje vanaf de trappen voor het station. Veel ouder dan 10 kan ze niet zijn. Enkele honderden mensen hebben zich donderdagavond op het jaarbeursplein verzameld voor een lichtjesmars voor Palestina, de tweede grote demonstratie sinds de opleving van het geweld in Gaza in oktober.

De oorlog in Gaza houdt Utrecht en haar Palestijnse gemeenschap bezig. Zo sloot de gemeenteraad zich in oktober aan bij een internationale oproep voor een staakt het vuren, en demonstreerden studenten eerder deze week op de universiteitsbibliotheek voor het stopzetten van academische samenwerking met Israël. Ook op straat begint de Palestijnse gemeenschap elkaar te vinden en haar stem te laten horen.

Organisator Madhat Alimawi van Utrecht for Palestine en new neighbours Utrecht: ‘We zijn begonnen met een grote mars, daar kwamen 6000 mensen op af’. Sindsdien vind er elke twee weken een sit-in plaats op Utrecht Centraal. ‘Die zijn gemakkelijker te organiseren, en daar kunnen we ook veel aandacht mee trekken.’ Maar vandaag loopt Alimawi, samen met ongeveer driehonderd anderen, in een mars van het station naar het Domplein.

Volgens Alimawi is de oorlog ook een Utrechtse aangelegenheid: ‘de gemeente heeft zich bijvoorbeeld uitgesproken voor een staakt het vuren, maar de burgemeester heeft de brief nog niet verstuurt naar de premier. Wij willen graag dat die brief gestuurd wordt. Dat is gemeenteniveau. Wat betreft Nederland willen we dat de Nederlandse staat de Palestijnse erkent, en de apartheidsstaat Israël boycot.’

De demonstratie staat niet op zichzelf, vertelt Alimawi: ‘We zijn nu een kleine gemeenschap aan het bouwen, Palestinian voices Utrecht, om het Palestijnse geluid beter te laten horen.’ Exacte cijfers over de grootte van de Palestijnse gemeenschap in de provincie Utrecht zijn er niet. Geschat wordt zo’n 300. Alimawi: ‘Ik denk dat het veel meer is. Een van de problemen is dat Nederland de Palestijnse staat niet erkent. Ik ben Palestijn, ik kom uit Gaza, en ik word hier gezien als staatloos, niet als Palestijn. Dat is voor ons heel schadelijk. De gemeente weet ook niet dat er een grote Palestijnse gemeenschap is. Die is er wel, die bestaat wel.’

Die gemeenschap laat zich zien op het Jaarbeursplein. Een vrouw spreekt, de emotie is te horen in haar stem. Drie maanden geleden was ze met haar dochter nog in Gaza bij haar familie. Haar ouders, haar broer en haar zus zijn nu gevlucht naar een opvangkamp bij een ziekenhuis in Kan Yunis. Nu vertelt ze hoe ze na iedere aanval in angst wacht tot ze nieuws hoort. ‘I don’t know that if they are alive or not, for 45 minutes after the attacks, until Al Jazeera or some other agency puts up the names of the people who have been killed there. Can you imagine this kind of feeling?’ Haar stem breekt, en na haar voordracht wordt ze opgevangen en getroost door een groepje familieleden.

Na de speeches volgt de groep een meterslange Palestijnse vlag in de richting van het Domplein. Leuzen in het Engels, Nederlands en Arabisch wisselen elkaar af, tijdens de half uur durende mars valt geen moment een stilte. ‘Free, free, Palestine!’ ‘Ceasefire Now!’

Een groepje studenten deelt rozen uit op de demonstratie. Een kerstoutreach van de Christelijke studentenverenigingen. Freek-Jan denkt dat de demonstratie met haar gefluit en gejoel wat grimmig overkomt, ‘maar als je de mensen individueel aanspreekt, dan merk je dat het eigenlijk best wel gemoedelijk is.’ Zelf doet hij niet mee aan de demonstratie: ‘omdat ik er eigenlijk niet over na heb gedacht.’

Aangekomen op het Domplein wordt het een jonge vrouw, die vooraan de stoet liep met een megafoon, even te veel. Ze zakt in elkaar en wordt meteen omringt door de demonstranten, die haar hoofd van de straatstenen tillen. Boa’s en agenten komen aangelopen, aangetrokken door de plotselinge groepsvorming, maar hun hulp is niet nodig. Al snel zit de vrouw weer overeind, omringt door jonge mensen gehuld in Keffiyehs die haar ondersteunen en weer bij brengen met flesjes water.

Een stukje verderop staan een moeder en dochter. Ze zijn wel speciaal gekomen voor de demonstratie, gealerteerd door een snapchatberichtje. Ook zij zijn geen deel van de demonstratie, maar: ‘voor een staakt het vuren zijn we zeker weten.’  Volgens hen is het tijd dat ‘de westerse wereld eens tegen Israël zegt: tot hier en niet verder’.

Deze demonstratie is geen sluitstuk voor de Palestijnse beweging in Utrecht. De appgroepen groeien langzaam, en: ‘we blijven demonstreren totdat Nederland oproep tot een staakt te vuren. Onze grotere ambities zijn dat Nederlands eindelijk de Palestijnse staat erkent, dat wij niet meer als staatloos worden gezien, en dat Nederland de Israëlische staat boycot totdat Israël de menselijke normen en waarden hanteert’, aldus Alimawi.

Volgende week donderdag is Utrecht for Palestine weer terug, ditmaal met een sit-in op Utrecht centraal.

Thijs Sanders spreekt met een mede-organisator van de demonstratie:

Over de auteur

Mick van Dijk

Mick van Dijk (2001) is een betrokken student met een focus op cultuur. Vanaf 2023 studeert hij aan de School voor Journalistiek in Utrecht en schrijft hij voor SvJ Media. Voordat hij de afslag naar de journalistiek maakte volgde hij enige jaren een studie in de richting van design en engineering, wat hem een ongewone journalistieke kijk geeft op deze onderwerpen.