Utrecht Noord

Selecteer Pagina

Gespannen gevoelens in asielzoekerscentrum met nieuwe oorlog.

Gespannen gevoelens in asielzoekerscentrum met nieuwe oorlog.

Beeld: Creative Commons

In het COA asielzoekerscentrum in Utrecht Overvecht hangen er gespannen gevoelens in de lucht. De nieuwe oorlog tussen Israël en Palestina heeft een grote impact in het azc. ‘Ik vind het heel erg wat er gebeurd en houd mijn hart vast.’, vertelt Salma Ouali, vrijwilliger in het AZC.

In Utrecht Overvecht is het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) gelegen. Er zijn in totaal 5 mensen werkzaam die hulp en begeleiding bieden aan de mensen die er verblijven. Het is een volledige opvang centrum voor hele gezinnen waar van alles wordt aangeboden. Denk aan activiteiten, eten en drinken, materiaal voor kinderen, kleding etc. Ook wordt er veel persoonlijke begeleiding aangeboden zoals hulp met het zoeken van een baan, een-op-een gesprekken, hulp voor de mentale gesteldheid etc.

Salma Ouali vertelt onder het genot van een kopje thee wat het nieuws van de nieuwe oorlog gedaan heeft met haar. ‘Ik vind het echt verschrikkelijk en beangstigend wat er allemaal gebeurd. Ik kan me niet voorstellen hoe dit voor de mensen in die landen is. Al die gezinnen met jonge kinderen… Ik houd mijn hart vast. Ik wil uiteraard geen uitspraak doen over wie ik support en niet, maar het blijft gewoon een afschuwelijke kwestie. Ik voel toch wel dat ik ergens dichtbij sta bij die mensen. Dat komt denk ik door het geloof die wij delen met elkaar. Ons opvangcentrum zit al vol tot bijna overvol, maar ik ben wel bang dat het nog erger wordt met al die oorlogen in de wereld. Ik merk al wel echt dat het steeds drukker en drukker wordt. Af en toe hebben wij echt niet genoeg mensen over de vloer. Ik zou de gezinnen uit de oorlogslanden graag willen opvangen hier, maar of er genoeg plek en personeel is, is weer een ander verhaal.’, sluit ze af terwijl haar vingers op haar theekop trillen.

Er zijn een hoop ruimtes binnen de opvang. Tientallen mensen zitten in een gezamenlijke woonkamer te kletsen in verschillende talen. Kleine kinderen rennen lachend in de rondtes. Een aantal vrouwen delen hun tranen met elkaar. Ze zoeken naar steun en troost bij elkaar. Vrijwilligers lopen regelmatig over de vloer en stellen vragen via een tolk op de telefoon aan de bewoners. Er wordt weinig tot geen van de Nederlandse taal gesproken. Dit maakt het communiceren met de medewerkers en omstanders zo moeilijk.

Volgens Raymond van Kooij, bestuurslid, gaat de drukte in het azc toenemen. ‘Ja, ik denk zeker wel dat de aantallen zullen oplopen.’, vertelt hij terwijl hij zijn wenkbrauwen fronst. ‘We hebben een hoop gezinnen en dat zullen er vast meer worden met wat ik nu in het nieuws hoor allemaal. Ik denk ook dat niet alleen wij, maar alle azc’s in Nederland het druk gaan krijgen. Mocht het tot zo’n punt komen dan zijn wij absoluut bereid om die mensen op te vangen en een thuis aan te bieden. Wij weten nog niet hoe, maar we willen dit met alle liefde doen. Er is hier en daar al wel wat overleg voor oplossingen en ideeën, maar hier kunnen wij nog niks concreets over naar buiten brengen.’

Over de auteur