Utrecht West

Selecteer Pagina

Eetstoornis ARFID moet steeds meer aandacht krijgen.

Eetstoornis ARFID moet steeds meer aandacht krijgen.

Eetstoornis ARFID moet steeds meer aandacht krijgen. 

De eetstoornis ARFID is steeds bekender, maar toch duurt het lang voordat de ziekte herkend wordt. 3% van de kinderen in Nederland heeft ARFID, een ziekte waarbij mensen een angst hebben voor bepaalde texturen en smaken in hun eten. Toch weten artsen en hulpverleners er te weinig vanaf, waardoor eetproblemen steeds groter worden dan nodig. 

Wat is ARFID

Rita Maris, ambassadeur van ARFID Nederland, wil de ziekte ARFID meer bekendheid geven zodat het eerder ontdekt word bij kinderen. Tien jaar lang heeft zij tevergeefs gezocht naar de eetproblemen van haar oudste zoon, maar artsen konden haar keer op keer niet vertellen wat er aan aan de hand was. ‘Je denk dat je als ouder iets fout hebt gedaan in de opvoeding als je kind heel moeilijk eet, maar niets is minder waar’, verteld Maris. ARFID is een reële aandoening waar therapie voor is. 

ARFID staat voor avoidant restrictive food intake disorder. De eetstoornis komt vooral voor bij kinderen 3% van de kinderen in Nederland lijden eraan. Doordat de kinderen te weinig eten of niet gevarieerd genoeg, kunnen ze later in hun leven daar veel last van krijgen. Te weinig eten voor een langere tijd kan een zeer grote impact hebben op bijvoorbeeld de groei van een kind. Ook kan een langere tijd bijvoorbeeld geen calcium of ijzer binnen krijgen zorgen voor gezondheidsproblemen. ‘Als je er vroeg bij bent kan het voorkomen worden dat een eetprobleem een eetstoornis wordt,’ zegt Rita Maris.

Artsen

‘Vaak nemen artsen de klachten van een kind met ARFID niet serieus, omdat ze denken dat een kind zich aanstelt. Wanneer ouders met hun zorgen naar een arts gaan, stuiten zij vaak op onbegrip,’ aldus Maris. Hierom is het een missie voor Maris om informatie over deze stoornis beschikbaar te maken voor mensen die hiermee te kampen hebben. ‘Zeker als je er op tijd bij bent, is de stoornis goed te behandelen met hele gerichte therapieën,’ vertelt Maris. Het is ook voor ouders belangrijk dat ze bij de huisarts aangeven dat er een vermoeden is van ARFID bij hun kind, hierdoor kunnen artsen het kind moeilijker afschrijven als ‘een moeilijke eter’. 

Huisarts Berthon Rikken van huisartsenpraktijk de Watertoren in Utrecht-West geeft een ander perspectief op het feit dat veel huisartsen, waaronder hijzelf, niet van ARFID gehoord hebben. ‘Er word vaak een nieuwe naam gegeven voor een al langer bestaand probleem,’vertelt Rikken,’bij een stijgende lijn in het aantal gevallen van de nieuwe ziekte of stoornis krijgen wij wel een informatiebrief met symptomen waar op gelet moet worden, maar ik heb nog nooit iemand in mijn praktijk gehad die later de diagnose ARFID heeft gekregen.’ Volgens rikken worden er te veel labels en diagnoses uitgegeven. ‘Patiënten worden dan behandeld op basis van hun diagnose en niet op basis van hun klachten,’ aldus Rikken. De huisarts zou graag zien dat patiënten op basis van hun symptomen behandeld worden en niet op basis van het label dat ze hebben gekregen. ‘Behandelingen zitten vaak vast aan een label, maar ieder mens is anders en heeft andere behoeftes voor het oplossen van hun problemen,’ zegt Rikken, ‘ik wil graag af van al die labels en diagnoses.’

Boeken 

Rita Maris heeft ook boeken geschreven over ARFID. Een boek is voor kinderen om te begrijpen waarom zij een angst hebben voor eten, de ander is voor de ouders van het kind met eetproblemen. ‘Terwijl de ouders op de wachtlijst staan bij de enige kliniek die gespecialiseerd is voor ARFID in Nederland, kunnen ze aan de hand van mijn boek toch wat oefeningen doen met hun kinderen,’ verteld Maris.  

In dit video interview praat Sterre ter Voorde met ARFID ambassadeur Rita Maris met een diepgaandere blik op de oorzaken en gevolgen van ARFID

Over de auteur

Isa Breedveld

Hoi! Mijn naam is Isa Breedveld en ik ben 19 jaar oud. Ik ben een eerstejaars journalistiek studente aan de Hogeschool Utrecht. Ik ben opgegroeid in een journalistieke familie en heb de interesse ervoor dus van jongs af aan meegekregen! Ik ben ontzettend nieuwsgierig en ik houd van schrijven. Ik heb ook voor deze studie gekozen omdat ik de journalistiek een ontzettend creatief vak vind waarin je uiteindelijk je eigen manier van werken kan gaan ontwikkelen. Op het moment heb ik alleen nog maar bijbaantjes in winkels gehad, maar daar heb ik wel geleerd hoe ik de handen uit de mouwen moet steken en een verkooppraatje moet houden!