Utrecht West

Selecteer Pagina

Jeugdhulp in de Stad: Het Verhaal Achter de Statistieken

Jeugdhulp in de Stad: Het Verhaal Achter de Statistieken

Foto: Pexels

In de dynamische stedelijke landschappen van Utrecht, Rotterdam en Amsterdam heerst een opvallend verschil in de wereld van jeugdhulp. Terwijl de uitdagingen waarmee deze steden te maken hebben op het gebied van jeugdhulp universeel zijn, ligt er een groot verschil in het aantal opgelegde jeugdhulptrajecten. Utrecht legt beduidend minder jeugdhulptrajecten op dan Rotterdam, Amsterdam en ‘s-Gravenhage. Dit verschil is dusdanig groot dat het vragen oproept over de regionale beleidsverschillen in de jeugdzorg, de organisatie van jeugdzorgstelsels en de impact van specifieke initiatieven en programma’s die in elke stad worden toegepast. 

 

Aantal opgelegde jeugdbeschermingstrajecten, per 1.000 inwoners.  

Analyse jeugdbescherming trajecten per 1.000 inwoners 

In deze grafiek kun je het aantal opgelegde jeugdbeschermingstrajecten aflezen van de vier grootste gemeenten. Een jeugdbeschermingstraject wordt dwingend door de rechter opgelegd. Het heeft als doel het opheffen van de bedreiging van de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een jongere die hiermee te maken krijgt wordt onder voogdij of onder toezicht gesteld. Het is de bedoeling dat, dankzij dit toezicht, de bedreiging zal verdwijnen en het gezin zal herstellen. 

Wanneer je deze grafiek bekijkt, zie je dat er behoorlijke verschillen zitten in de hoeveelheden opgelegde jeugdbeschermingstrajecten per gemeente, waarbij Utrecht het laagste scoort en Rotterdam het hoogste. Iedere gemeente is verantwoordelijk voor het preventieve jeugdbeleid, de jeugdhulp en jeugdbescherming en -reclassering, zoals vastgelegd in de jeugdwet. Iedere gemeente heeft daarin de vrijheid om te bepalen hoe zij dit inrichten, bijvoorbeeld in verschillende programma’s of door organisaties in te zetten. 

Diversiteit van gemeentelijk beleid 

Doordat iedere gemeente zijn eigen jeugdbeleid mag bepalen, loopt de aanpak behoorlijk uiteen. De gemeenten hebben ieder een andere focus bij het maken en uitvoeren van hun jeugdbeleid, wat resulteert in verschillende uitkomsten. 

Hoe ziet die focus eruit bij de vier grootste gemeenten? 

In Amsterdam staat het gezin centraal, waarbij recente wijzigingen in de ‘Verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam’ de doorontwikkeling van (hoog)specialistische jeugdhulp benadrukken. Lumpsumfinanciering van hoogspecialistische jeugdhulp, nauwere samenwerking tussen Ouder- en Kindteams en jeugdhulpaanbieders, het wegnemen van het onderscheid tussen meervoudige, complexe jeugdhulp en eenvoudige hulp, en andere maatregelen zijn ingevoerd om de hulpverlening te optimaliseren. Ze kijken niet alleen naar de problemen van het kind of de kinderen, maar ook naar het geheel van het gezin. Hierdoor wordt niet alleen een gezinslid geholpen, maar het hele gezin. 

Waar Amsterdam een duidelijke focus op het gezin heeft, richt Rotterdam zich op de ontwikkeling van kinderen. Zij zien Rotterdam als een jonge stad, en vinden dat Rotterdam pas echt vooruitkomt als stad als de kinderen uitgroeien tot inwoners. Zij zetten zich, via allerlei plannen, voornamelijk in op de kinderen. Kinderen moeten kansrijk, veilig en gezond kunnen opgroeien. Daarom zet Rotterdam gelijktijdig in op groei op deze drie gebieden als hoofddoel van het jeugdbeleid. Het beleidskader bestaat uit diverse programma’s die een samenhangende aanpak vormen, gericht op alle jongeren, van vóór de geboorte (prenatale zorg) tot en met het zesentwintigste levensjaar. 

In ‘s-Gravenhage hebben ze de afgelopen jaren een brede aanpak gehanteerd. Er waren 190 verschillende zorgaanbieders op het gebied van jeugdhulp, die allemaal apart van elkaar werkten. Dit zorgde voor veel onduidelijkheid bij cliënten, maar ook bij zorgaanbieders. Door dit grote aanbod werd de jeugdhulp niet adequaat aangepakt, vond de gemeente. Vanaf 2024 gaan ze hier verandering in brengen door al deze 190 zorgaanbieders samen te voegen tot twee. Op deze manier kunnen ze specialistischere jeugdhulp bieden en gezinnen beter leren kennen, zodat ze betere hulp kunnen bieden. 

In Utrecht wordt ingezet op buurtteams Jeugd en Gezin, waarbij organisaties zoals Spoort030 en KOOS laagdrempelige ondersteuning bieden aan kwetsbare gezinnen. De buurtteams spelen een essentiële rol door op maat gemaakte hulp te bieden, waardoor gezinnen eerder jeugdhulptrajecten kunnen verlaten. “Doordat we in Utrecht werken met buurtteams, kennen we de gezinnen en hun problemen beter. Hierdoor kunnen onze buurtteams betere, gepastere hulp bieden. Gezinnen zijn slechts gedeeltelijk afhankelijk van de programma’s die wij hebben. Wanneer deze niet passen, kunnen we aangepaste programma’s bieden. Dit zorgt ervoor dat gezinnen eerder de jeugdbescherming trajecten kunnen verlaten,” vertelt Lotte Westra, werkzaam bij KOOS Utrecht.  

Focus en resultaten

Elke stad heeft haar eigen focus en strategie bij het aanpakken van jeugdhulp. Amsterdam legt de nadruk op het gezin, Rotterdam richt zich op de ontwikkeling van kinderen, ‘s-Gravenhage streeft naar consolidatie van zorgaanbieders, en Utrecht zet in op laagdrempelige buurtteams. Toch tonen de cijfers duidelijk aan dat er in Utrecht aanzienlijk minder jeugdbeschermingstrajecten worden opgelegd. “Wij geloven in Utrecht, en daarmee bij KOOS, echt in de kracht van het kleine. De reden dat er in Utrecht zo weinig jeugdbeschermingstrajecten worden opgelegd, ligt echt in het feit dat wij oog hebben voor de wijken en de inwoners daarvan. Daar ben ik echt van overtuigd,” zegt Lotte overtuigend knikkend met haar hoofd. “Oog hebben voor de inwoners en focussen op wat zij nodig hebben en aangeven, verandert veel in de jeugdhulp. Dit zorgt ervoor dat er minder opgelegde jeugdbeschermingstrajecten nodig zijn.” 

Over de auteur

Joëlla de Koning

Ik ben Joëlla, 19 jaar en momenteel eerstejaars Journalistiek student. Naast mijn studie heb ik mijn eigen onderneming, Uniek in Beeld. Een creatief bureau dat zich bezig houdt met schrijven en fotografie. Ik vind het namelijk ontzettend leuk om naast mijn studie me ook al bezig te houden in mijn toekomstige werkveld! De verhalen van mensen is iets dat mij ontzettend enthousiast maakt, door beeld of door tekst en dat hoop ik nog lang te gaan doen!