Zeist

Selecteer Pagina

“De Stille Kracht achter Rembrandt: Het Tragische Verhaal van Geertje Dircx”

“De Stille Kracht achter Rembrandt: Het Tragische Verhaal van Geertje Dircx”

Foto gemaakt door: Annemijn van den brink

Geertje Dircx was de tweede vrouw van Rembrandt. Ze vervulde de rol van huishoudster en had de belangrijke taak om Rembrandts zoon, Titus, op te voeden. Ze staat in de geschiedenisboeken vaak bekend als de ‘hysterische, gekke vrouw van Rembrandt’. In het theaterstuk ‘In de Schaduw van Rembrandt’ werpt Julika Marijn echter een nieuw licht op Geertje en geeft ze een ander perspectief op haar verhaal.

Op een druilerige zondagavond vond de voorstelling plaats in het Beaufort Theater in Austerlitz. Marijn neemt ons mee in de wereld van Geertje, die tussen 1610 en 1656 in het leven van Rembrandt was. Geertje was de ongehuwde vrouw van Rembrandt van Rijn die na zeven jaar in Rembrandts huishouden te hebben gewerkt genadeloos aan de kant werd gezet. Rembrandt van Rijn, een van de bekendste schilders van Nederland, maar ook een groot narcist, leefde op te grote voet en liet zijn tweede vrouw opsluiten in een vrouwengevangenis.

Geertje Dircx kwam in Rembrandts leven net voor de dood van zijn eerste echtgenote, Saskia. Ze was een roodharige boerin uit Edam en nam de zorg voor haar zoon Titus op zich alsof hij haar eigen kind was. Gedurende haar verblijf groeide er diepe genegenheid tussen hen, en de vonk van liefde sloeg over. Na talloze nachten doorgebracht te hebben in Rembrandts bedstee, koesterde Geertje de stille hoop dat hij haar ten huwelijk zou vragen. Helaas was dat geen optie voor Rembrandt, aangezien hij dan de erfenis van zijn overleden vrouw, Saskia, zou mislopen.

Niettemin schonk hij Geertje enkele van Saskia’s kostbare sieraden, als tastbaar bewijs van zijn liefde voor haar. De gelukkige periode in Geertjes leven kwam abrupt ten einde met de verschijning van Hendrickje, een jonge en levendige vrouw die vaak dienstdeed als model voor Rembrandts schilderijen. Rembrandt werd smoorverliefd op deze zestien jaar jongere vrouw, en Geertje werd gedwongen om te vertrekken. Haar vooruitzichten als een ongehuwde vrouw van veertig jaar zagen er allesbehalve rooskleurig uit. Zij was degene die de gevolgen moest dragen, terwijl Rembrandt ongeschonden bleef. Het was Geertje die werd belasterd en beschuldigd, niet hij. Geertje nam zelfs juridische stappen en klaagde Rembrandt aan voor het niet nakomen van een mondelinge huwelijksbelofte en voor het onrechtmatig op straat zetten van haar. Ze vond dat hij niet zomaar met haar kon breken.

Tijdens de voorstelling wisselt Marijn tussen de rol van minnares en het vertellen van informatieve feiten over de Gouden Eeuw, waarbij ze ook verwijst naar het heden met leuke anekdotes. Zoals “De grachtengordel was eigenlijk dé nieuwbouwwijk van de Gouden Eeuw”, en met een knipoog voegde ze eraan toe dat de grachten vol dreven met allerlei zaken, zodat het leek alsof je in een verlaten boerderij was beland. Haar charismatische manier van vertellen maakte de voorstelling niet alleen informatief maar ook plezierig en humoristisch. Het verhaal werd verteld in een prachtig decor bestaande uit witte touwtjes waarop schilderijen van Rembrandt werden geprojecteerd, die representatieve beelden uit het leven van Geertje schetsten.

Het verhaal van Geertje raakte Julika Marijn diep nadat ze het boek “Schilderslief” had gelezen. Ze geloofde sterk dat Geertje een stem verdiende en nam daarom het initiatief om deze productie te starten. Geertje was niet slechts de tweede vrouw van Rembrandt, maar ook een vrouw die opkwam voor haar eigen rechten en waardigheid. Dit gebeurde in een tijd waarin vrouwen zelden de kans kregen om voor zichzelf op te komen, toen ze geen gelijke stem hadden en hun leven vol uitdagingen zat. Geertjes verhaal past perfect binnen het oeuvre van Julika Marijns feministische producties.

Over de auteur

Annemijn van den Brink

Hallo, ik ben Annemijn van den brink, 18 jaar en kom uit Utrecht. Ik ben eerstejaarsstudent journalistiek en schrijf wekelijks voor svj media. In de toekomst zou ik graag geschiedenis willen studeren, en daarna het liefst te werk gaan als correspondent of schrijven voor het NRC.