Het geheim achter de klokkenluiders

Het geheim achter de klokkenluiders

Foto: Marit in 't Veen

Je kent het wel: je loopt door de stad om hier en daar wat winkeltjes af te struinen en je hoort op de achtergrond kerkmuziek vanuit de hoge toren komen. Hierachter zit een beroep waar jij misschien niet zo vaak van hebt gehoord, namelijk de beiaardier. Het is een eeuwenoud beroep dat nog steeds tot de dag van vandaag uitgevoerd wordt door een beiaard. 

Vanuit het hoogste kamertje van de kerktoren zit er iemand achter een groot instrument, dat ook wel een carillon wordt genoemd. Het lijkt op een piano van hout, maar dan met meerdere pedalen aan de onderkant die met de voeten bespeeld kunnen worden. De houten toetsen van het instrument steken uit en moeten bespeeld worden met de vuisten. Het carillon is verbonden met de klokken die boven in de kerk hangen en door erop te spelen kan het klokkenspel worden waargemaakt. 

‘Voor veel mensen brengt het geluid van het carillon bij aan een thuisgevoel’, vertelt Christiaan Winter. Hij is kerkmusicus, beiaardier van Alkmaar en geeft les op de Nederlandse Beiaardschool. ‘De mensen zijn pas thuis als het plaatje compleet is en het plaatje is compleet als ook de klank van dat carillon erbij komt kijken’, aldus Winter. Zo kunnen de geluiden die uit het carillon komen niet alleen bijdragen aan een thuisgevoel bij mensen. Het instrument heeft volgens Winter ook een functionele bijdrage. ‘Als beiaardier kan je meebewegen met de actualiteit. ‘Zo speel je met kerst al snel kerstliedjes, wat in de stad een bijdrage is aan de sfeer’, vertelt Winter.  

Volgens Christiaan Winter is dit beroep echt een vak. ‘Nadat het carillon ook echt een concert-instrument werd, werd het ook beschouwd als een instrument dat je zo goed mogelijk moet spelen. Tot in de 20ste eeuw was er nog geen opleiding voor het vak beiaardier. Toen werd de leerling persoonlijk gecoacht door de meester. Na verloop van tijd werd het bespelen van het carillon ook steeds geavanceerder en gingen er mensen steeds beter op spelen’, vertelt Winter.

Om dan ook daadwerkelijk zo’n instrument zo goed mogelijk te bespelen, zou je een opleiding moeten volgen genaamd De Nederlandse Beiaardschool in Amersfoort. Hier worden momenteel in totaal drie leerlingen opgeleid door onder andere docent Christiaan Winter om later in de schoenen te staan van de huidige beiaardiers. Winter beweert dat dit kleine aantal aan studenten komt door het onderwijssysteem in Nederland. ‘Alles moet heel snel nu en in vier jaar moet je een bacheloropleiding gedaan hebben. Beiaard is altijd een instrument geweest dat als tweede instrument werd gekozen. Zo kozen mensen bijvoorbeeld voor piano en deden ze beiaard erbij. ‘Met het huidige onderwijssysteem is er voor mensen weinig tijd om twee hoofdvakken te doen’, aldus Winter. Winter vindt het voor de dynamiek in de klas jammer dat er maar drie studenten op de opleiding zitten, maar voor de werkgelegenheid van de toekomstige beiaardiers zal dat geen probleem worden. ‘Doordat onze leerlingen maar met zo weinig zijn, zal het voor hen gemakkelijker zijn om straks een baan te vinden binnen dit beroep’. 

Luister hieronder de audio-reportage over stadsbeiaardier Gijsbert Kok, want hoe is het om beiaardier te zijn?

Over de auteur

Marit in 't Veen

Dit is Marit in ‘t Veen en ze is 19 jaar. Ze studeert Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Marit is erg geïnteresseerd in andermans verhalen en ze houdt ervan om creatief bezig te zijn. Pakkende verhalen maken en presenteren vind ze het leukste om te doen. Als we het hebben over kunst en cultuur dan zit Marit vooraan in de klas. Waar ze later in het vak van Journalistiek terecht wil komen? Dat moet ze nog ontdekken. Het voordeel hiervan is dat ze voor alles open staat en graag een uitdaging aangaat.