De afstand tussen bevolking en overheid groeit. Dit heeft meerdere oorzaken, zoals de grootsheid van de bureaucratie en lagere overheden die groter worden. Vooral het laatste is voor de inwoners in de provincie een groot probleem. Gemeenten betogen dat een gefuseerde gemeente de belangen van de inwoners beter beschermt, inwoners vertellen het tegenovergestelde. Waar de gemeente eerst een overheidsinstantie was waar de inwoner van de provincie veel invloed op had en veel contact mee had, is het nu net zo onbereikbaar als de landelijke overheid. In 1991 kende Nederland meer dan zevenhonderd gemeenten. Dertig jaar later zijn er iets meer dan driehonderd over. Waarom fuseren zoveel gemeenten? Wat zijn de voordelen hiervan, maar ook voornamelijk de nadelen? En waar stopt deze fusie-gekte?

Dat de afstand tussen burger en overheid is vergroot over de laatste tien jaar is een bekende ontwikkeling. Echter beweert Marieke Rietkerk, eindredacteur van het programma Typisch…, dat dit verschijnsel plaatsvindt in het gehele land. Dit is terug te zien in de landelijke verkiezingsuitkomst waar de PVV met de winst vandoor ging. Ook in de grote steden bleken de partijen die eigenaar van dit onderwerp zijn, grote successen te behalen. Zo blijkt uit onderzoek van de gemeente Amsterdam (Onderzoek en Statistiek, 2023) dat de PVV in meerdere wijken van de hoofdstad de grootste was geworden. In Rotterdam (Open Rotterdam, 2023) was de PVV zelfs de grootste landelijke partij in de gehele stad.

Zie Spraakmaker Jong aflevering 1 voor het uitgebreide interview met Marieke Rietkerk over de afstand tussen burger en de lagere overheden.