De Europese Commissie heeft onlangs besloten om de Europese Green Deal te versoepelen om de boeren tegemoet te komen. Dat zorgde nogmaals voor verdeeldheid. Partijen die het milieu krachtig verdedigen beweren dat deze versoepelingen ten koste gaan van het klimaat.  Omdat de druk om te verduurzamen groot is, willen boeren een eerlijke prijs voor hun producten. Is dit de juiste weg?

De Europese landbouwsector bevindt zich in een transitie. Veel Europese families zijn generatieboeren en deze ontvangen al decennialang subsidies. Elke vijf jaar komt er een hervorming, en boeren moeten dan steeds aan meer regels voldoen om de subsidie te kunnen ontvangen. De regels en voorwaarden voor deze subsidies worden steeds strenger, en juist die transities veroorzaken pijn.

De vraag is of de Commissie een langetermijnplan heeft om de Europese landbouw om te vormen naar duurzame praktijken die zowel de boeren als het milieu ten goede komen. Olof Gill, woordvoerder van de Europese Commissie voor Handel en Landbouw, zegt van wel: “De belangrijkste beleidsinnovatie is het Nationaal Strategisch Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Dit plan is opgesteld door elke lidstaat en beschrijft in detail hoe het landbouwsteunfonds zal worden besteed om boeren te ondersteunen bij hun werk.”

Het huidige landbouwbeleid, dat loopt van 2023 tot 2027, kent het hoogste niveau van klimaat- en milieuambitie van welk gemeenschappelijk landbouwbeleid dan ook ooit. Het is volgens de Commissie zelfs het groenste landbouwbeleid ter wereld. De wijzigingen en vereenvoudigingen die de commissie heeft voorgesteld, zullen boeren een grotere mate van flexibiliteit bieden, maar doen volgens Gill niets af aan de algehele hoge ambitie van het GLB voor het klimaat en het milieu. Dit wordt bereikt door een combinatie van verplichte praktijken en vrijwillige regelingen. “Ten eerste,” aldus Gill, “door het bieden van voedselzekerheid aan de Europese burgers. Ten tweede, door boeren op een substantiële manier te laten bijdragen aan de klimaat- en milieudoelstellingen van de Europese Unie.”

Kortom, de komende jaren zullen uitwijzen of de flexibiliteit die de Commissie boeren biedt, in combinatie met de verplichte en vrijwillige regelingen, zal leiden tot een succesvolle transitie. De discussie over de toekomst van de Europese landbouw zal ongetwijfeld voortgaan. De belangen van alle stakeholders – boeren, burgers, milieuorganisaties en beleidsmakers – zullen zorgvuldig moeten worden afgewogen.