Utrecht Noord

Selecteer Pagina

Arbeidsdeelname Afrikaanse bevolking lager dan Nederlandse: organisatie MOWAD biedt ondersteuning

Arbeidsdeelname Afrikaanse bevolking lager dan Nederlandse: organisatie MOWAD biedt ondersteuning

Volgens het CBS is de arbeidsdeelname van Afrikaanse migranten significant lager vergeleken met de Nederlandse beroepsbevolking. Deze cijfers, die zijn uitgekomen op 31 januari, laten zien dat Afrikaanse migranten in Nederland nog altijd achterlopen op arbeidsparticipatie. Marokkaanse mensen die geboren zijn in Nederland hebben een netto arbeidsparticipatie van 68% waartegen het percentage van Nederlanders 73% is. In Overvecht steunt organisatie MOWAD mensen die een lastige plek hebben op de arbeidsmarkt, om zo weer volledig deel te kunnen nemen aan de samenleving. 

Ondersteuning van MOWAD

MOWAD ondersteunt Afrikaanse migranten door middel van verschillende activiteiten en persoonlijke begeleiding. “Wij vertalen hoe de Nederlandse arbeidsmarkt werkt. De werkcultuur, de werkhouding en de manier van werken is anders in Nederland. Waar Afrikaanse mensen vandaan komen, krijg je bijvoorbeeld eten van de werknemer. Ook zijn mensen in Nederland erg strak op de tijd, terwijl Afrikaanse mensen hier wat losser in zijn,” aldus Mustapha Bah, directeur van MOWAD. Mensen worden niet alleen ondersteund met het vinden van werk, maar er wordt ook laten zien hoe het hier in Nederland werkt. Mustapha legt uit dat Afrikaanse migranten die hier in Nederland komen vaak niet eens gewend zijn om huur te betalen, omdat grote families vaak bij elkaar wonen in één huis. “Het is een geheel ander systeem,” zegt Mustapha. Daarnaast vindt hij het belangrijk dat jongeren hun talenten ontdekken. Omdat Nederlanders zo’n 40 jaar van hun leven werken is het volgens hem belangrijk dat je de dingen doet met affiniteit: “Mensen doen veel voor geld, maar het plezier en de verzoening die je daaruit haalt is ook erg belangrijk.” Naast het bieden van praktische ondersteuning koestert MOWAD dus ook het ontdekken van talenten zodat migranten zich goed kunnen ontwikkelen in de Nederlandse samenleving. 

“Mensen hebben hoe dan ook last van een vooroordeel”

De kloof tussen de arbeidsparticipatie wordt door Annelies van der Brugge, adviseur passend onderwijs en iemand die regelmatig in contact komt met migranten en hun kinderen, toegeschreven aan een complexe mix van factoren. “De kinderen van de ouders die hier als arbeidsmigrant naar toe kwamen, zijn vaak in hun eigen land al van een lagere sociale klasse. Zij zoeken dan in een ander land werk omdat dat in hun eigen land vaak niet lukt. Je zou dan kunnen stellen dat zij al wat minder intellectueel cognitief vermogen hebben om het hier heel goed te doen. Op deze manier worden de kinderen van mirgranten al wat laaggeletterd omdat ze minder met de Nederlandse taal in aanraking komen.” Daarnaast benadrukt Annelies dat het waarschijnlijk ook te maken zal hebben met discriminatie. Ze stelt dat er een bepaald vooroordeel of stempel bestaat wat betreft het aannemen van allochtonen. Mensen met een andere achternaam, bijvoorbeeld in het mbo, krijgen veel minder snel een stageplek dan iemand die een Nederlandse achternaam zoals Janssen heeft. “Mensen hebben hoe dan ook last van een vooroordeel waardoor ze minder kansen krijgen dan autochtone mensen.” Sociaal economische achtergrond, taalvaardigheid en discriminatie spelen dus een grote rol wat betreft arbeidsdeelname van migranten.

Over de auteur

Veerle Fransen

Mijn naam is Veerle Fransen en ik ben zeer geïnteresseerd in de wereld om mij heen. Ik vind het belangrijk om een open blik te hebben, zonder enige vooroordelen, om zo tot de meest oprechte verhalen te komen. In alles en iedereen zit namelijk een verhaal en verhalen verdienen het om gehoord te worden. In de toekomst zou ik graag documentaires willen maken om verschillende maatschappelijke onderwerpen aan het licht te brengen. Ook het presenteren van het nieuws bij een (lokale) omroep lijkt me erg leuk. Ik kan niet wachten de journalistieke wereld in te stappen en van alles te leren!